Het is december en dus is het tijd om lekker terug te gaan blikken op het wielerjaar 2022. We hebben de spectaculaire Vuelta achter de rug en gaan stilaan richting einde seizoen, maar niet vooraleer we eerst nog wat fraaie eendagskoersen verrijden. Vandaag trekken we de grote oceaan over. Meer bepaald naar Canada, voor de Grand Prix Cycliste de Québec en de Grand Prix Cycliste de Montréal.
De parcoursen in Québec en in Montreal hebben heel wat gemeenschappelijk. Het zijn beide bijzonder lange wedstrijden boven de 200 kilometer, ze worden verreden op een heuvelachtige lokale omloop in twee van de grootste steden van het land en er wonnen in het verleden al heel wat Belgen. De koers staat nog maar 10 seizoenen op de kalender, maar met Philippe Gilbert (Québec 2011), Tim Wellens (Montréal 2015) en Greg Van Avermaet (Montréal 2016 en 2019) staan er al heel wat landgenoten op de erelijst van beide wedstrijden. Voorts stond Greg van Avermaet tussen 2016 en 2019 vier keer na mekaar op het podium in Québec, maar won er dus niet. Niet alleen zijn het vaak bijzonder attractieve wedstrijden, er winnen ook steevast klinkende namen. En dat was dit seizoen niet anders.
REVANCHE MET EEN STRIK ROND
Beginnen doen we op 9 september in Québec. De voorbije twee jaar ging de wedstrijd vanwege de coronapandemie niet door, maar nu kleurde het peloton weer de Canadese straten en dat op een onveranderd parcours van 12.6 kilometer met enkele korte maar zeer steile hellingen. Ook de finishstrook is allesbehalve van de poes. De lokale lussen inspireerde de Belg Stan Van Tricht om er samen met vier buitenlandse metgezellen al snel vanonder te muizen. Ze reden een voorsprong van vier minuten bij elkaar, maar toen de koers achterin echt ontplofte, bleef daar nog maar weinig van over.
Op veertig kilometer van de streep was Quinn Simmons de eerste grote naam die zich toonde. Vier anderen - waaronder Nederlands kampioen Pascal Eenkhoorn - gingen mee in zijn zog en samen voegden ze zich bij de vroege ontsnappers. De actie hield echter niet al te lang stand. Er volgde een algemene hergroepering. David Gaudu plaatste aan het slot van de voorlaatste ronde een nog wat stevigere demarrage en kreeg niet veel later het gezelschap van landgenoot Romain Bardet en Mauro Schmid. Ook deze keer duurde het liedje niet lang en alles vloeide samen met nog iets meer dan tien kilometer te gaan.
In de slotronde probeerde onder meer Nathan Van Hooydonck het, zonder resultaat. Op twee kilometer van de streep had Benoît Cosnefroy meer geluk. Als een springveer vloog hij weg. Achter hem werd even getwijfeld, maar het was toch vooral passen wat de concurrentie deed. De laatste kilometer was nog bijzonder zwaar met een eindeloze constant oplopende finishlijn, maar Cosnefroy hield stand. Hij won zijn grootste koers ooit. Vier seconden later sprintte Michael Matthews, de winnaar van de vorige twee edities, naar de tweede plek. Biniam Girmay toonde nogmaals zijn grote talent en hield Wout van Aert van een podiumplek.
De Fransman haalde hiermee zijn verdiende revanche voor het Amstel Gold Race-debacle. Toen werd de renner van AG2R na een prangend sprintje met de Pool Michal Kwiatkowski omgeroepen als winnaar, maar enkele minuten later moest de jury alle vreugde van Cosnefroy ontnemen, want het was wel degelijk de Pool die zijn wiel enkele fracties eerder over de streep had gegooid. Er was niemand die de Fransman deze zege niet gunde.
BALEN VOOR VAN AERT
Twee dagen later trok haast hetzelfde deelnemersveld naar Montréal voor het tweede deel van dit Canadese tweeluik. Ook deze keer kleurde één landgenoot de vroege ontsnapping, namelijk Florian Vermeersch. De jonge Belg hoopte hiermee te anticiperen, maar met nog zo'n vijftig kilometer te gaan werd hij - en de rest van de kopgroep - al achtergelaten door Andreas Leknessund. De jonge Noor was duidelijk de sterkste van de kopgroep, maar zijn solopoging kende geen happy end. Hij werd ingerekend in de voorlaatste ronde.
Na een intermezzo van twee onbekende renners kwam alles opnieuw samen. Net zoals in Québec wilden de grote tenoren het kaas niet van hun brood laten eten. Simon Yates, Wout van Aert, Tadej Pogacar, David Gaudu en Andrea Bagioli lieten de rest achter in de slotronde en hun voorsprong groeide meter per meter. Het werd al snel duidelijk dat de winnaar bij deze vijf zou zitten. Een droomscenario voor Van Aert natuurlijk, want hij was - op papier - de snelste van het vijftal. Dat beseften de vier anderen ook. Beurt om beurt werden aanvalspogingen gelanceerd, maar niemand kreeg ook maar ietwat ruimte. Met vijf doken ze de laatste kilometer in en de naam van Van Aert mocht al op de erelijst bijgepend worden.
Althans, zo leek het. Want de snelste op papier zijn, daar koop je in de koers natuurlijk niets voor na een zware wedstrijd van meer dan 220 kilometer. Gaudu ging de sprint van ver aan en Pogacar reageerde vinnig. De Fransman pakte snel enkele lengtes, maar timede zijn actie verkeerd. Pogacar gebruikte Gaudu als springplank en ging erop en erover. Van Aert zat perfect gepositioneerd in het wiel van de Sloveen, maar had simpelweg geen verhaal tegen de machtige halen van de tweevoudig Tour-winnaar. Hij plofte in het zadel en moest nog een ferme jump in huis hebben om Bagioli van de tweede plaats te houden.
Pogacar bewees andermaal - na winst in onder andere de Ronde van Lombardije en Luik-Bastenaken-Luik - waarom hij en niemand anders de meest veelzijdige renner ter wereld is. De Tour draaide dit jaar dan wel uit op een kleine teleurstelling met een tweede plaats, maar zijn najaar was opnieuw bijzonder fraai. En Van Aert? Die baalde als een stekker, na de generale repetitie voor het WK in Wollongong.
CHRONO IN DE AANSLAG
In het volgende deel van het Jaaroverzicht, dat morgen om 12.00 uur verschijnt, gaan we naar misschien wel de belangrijkste dagen van het jaar: het WK. Beginnen doen we tegen de klok met de tijdritten, waar de Belgen alvast schitterden. Hoe dat allemaal nu weer verliep? Daarvoor zien we u graag morgen terug!