Tom Pidcock reed vrijdag zijn eerste koers sinds een intensieve trainingsperiode, maar moest in de Brabantse Pijl duidelijk wennen aan het wedstrijdritme. De renner van Q36.5 had geen antwoord op de vroege versnelling van Remco Evenepoel en Wout van Aert en finishte uiteindelijk op afstand van de winnaars. “Ik voelde me goed, maar ik miste gewoon die laatste punch”, klonk het na afloop.
De Brit had zijn seizoen sterk geopend met zeges en ereplaatsen, maar koos de afgelopen weken bewust voor een rust- en trainingsblok. De Brabantse Pijl moest de ideale opwarmer zijn richting de Amstel Gold Race en Luik-Bastenaken-Luik. “Maar het is vaker zo dat ik moeite heb in mijn eerste koers terug”, gaf hij eerlijk toe. “Ik ben niet zoals Remco, die meteen meedoet om de winst.”
Pidcock zag de beslissende aanval al vroeg op het lokale circuit rond Overijse ontstaan. “Ik denk dat de eerste ronde de plek was om koers te maken. Iedereen had daar nog ploeggenoten in steun en de benen waren nog fris genoeg. Maar toen het echt hard ging, kon ik niet mee. Ik voelde me goed, maar op die piekmomenten miste ik net iets.”
Hoop op revanche in de Amstel
In tegenstelling tot de explosieve aanval van Evenepoel kon Pidcock zijn tempo niet volgen. “Ik zat net achter de voorste groep, maar kreeg het lastig. Dat is frustrerend, want ik weet dat ik met de juiste benen hier had kunnen meedoen om de winst.” Hij ziet het vooral als een teken dat er nog werk aan de winkel is richting de komende koersen. “Maar ik kan ook tevreden zijn. Er is nog tijd.”
Pas na afloop hoorde hij dat Evenepoel de sprint tegen Van Aert gewonnen had. “Ah, daar heb je het al”, lachte Pidcock toen de verslaggever hem het nieuws bracht. “Die twee waren echt op een ander niveau vandaag.” De Brit lachte, maar wist ook dat zijn eigen niveau nog omhoog moet om mee te kunnen doen op zondag.
Zijn focus verschuift nu naar de Amstel Gold Race, een koers die hem ligt. “Vorig jaar had ik daar een moeilijke dag, maar ik weet dat het een parcours is waar ik goed uit de voeten kan. Hopelijk zijn mijn benen daar wel zoals ik wil. De intensiteit van vandaag zal me in elk geval goed doen. Er is nog werk, maar ik ben gemotiveerd.”