Zeggen dat het wielrennen een miljoenenbusiness is, dat zou een brug te ver gaan. Maar als je bij de absolute toprenners hoort, kan je wel flink je boterham verdienen. Zo blijkt ook uit de cijfers van dit voorjaar.
Slokoppen
Met de laatste kasseiklassieker achter de rug kan er eens worden bekeken wie tot nog toe het meeste prijzengeld in zijn achterzak mocht steken. Het spreekt voor zich dat je hier dus wel eerst de nodige prestaties, lees: overwinningen, voor moet leveren. Je hoeft geen wiskundegenie te zijn wie er zo bovenaan het lijstje komt te staan.
Verwonderlijk is het dan ook geenszins dat Mathieu van der Poel heet meeste prijzengeld wist binnen te rijven. In totaal kreeg hij een bedrag van 71.000 euro toegeschoven. Dat voor zijn zeges in Milaan-San Remo, E3 Saxo Classic en Parijs-Roubaix. Daarnaast ook nog een derde plaats in De Ronde van Vlaanderen.
Tadej Pogacar wordt zo nipt de loef afgestoken. De wereldkampioen verdiende 63.000 euro. Ook hij was steevast op de afspraak en kon hij triomferen in Strade Bianche en De Ronde van Vlaanderen. De Sloveen kan hier flink nog wat spaargeld aan toevoegen, want hij rijdt ook nog het Waalse drieluik.
Van Aert eerste Belg
En net als dat in de koers het geval was volgt Mads Pedersen in hun spoor. De Deen zamelde 52.100 euro bijeen. Hij won Gent-Wevelgem maar liet ook in de andere topklassiekers steevast een mooie ereplaats noteren. Pedersen stond in op het podium in zowel de E3 Saxo Classic, Ronde van Vlaanderen als Parijs-Roubaix.
Wout van Aert wist dit voorjaar nog niet te triomferen en stond afgezien van Dwars door Vlaanderen ook nooit op het podium. Met 18.800 euro aan prijzengeld volgt hij dan ook op geruime afstand. Op plaats vier is hij dus wel de eerste Belg. Ook Van Aert kan hier nog wel wat aan toevoegen. Hij start nog in de Brabantse Pijl en de Amstel Gold Race.
titel
1. Mathieu van der Poel: 71.000 euro
2. Tadej Pogacar: 63.000 euro
3. Mads Pedersen: 52.100 euro
4. Wout van Aert: 18.800 euro
5. Jasper Philipsen: 16.275 euro
6. Neilson Powless: 16.000 euro
7. Sebastian Molano: 16.000 euro
8. Soren Waerenskjold: 16.000 euro
9. Filippo Ganna: 15.800 euro
10. Tim Merlier: 15.705 euro