Ze hebben het op een akkoordje gegooid in de Brabantse Pijl, zo blijkt uit de reactie van Remco Evenepoel achteraf. Hij kroonde zich bij zijn terugkeer meteen oppermachtig tot winnaar van de Brabantse Pijl, na een mooi duel met Wout van Aert.
Akkoordje
Een tijdje waren ze ook nog onderweg met Joe Blackmore, maar die moest uiteindelijk toch passen. Bleven over: Van Aert en Evenepoel. Menig kijker dacht dat die laatste wel nog een aantal keren zou proberen aan te vallen, omdat Van Aert op papier de snelste is in de sprint. Dat dit enkel op papier geldt moge achteraf duidelijk zijn gebleken.
Maar toch. Waarom viel Evenepoel niet meer aan, terwijl hij al duidelijk de sterkste bleek? Een akkoordje, zo zegt hij: “Wout en ik hebben onderweg gesproken toen we met twee vielen en hebben heel snel besloten om niet meer aan te vallen en samen naar de aankomst te rijden omdat we anders misschien met lege handen zouden achterblijven.”
Een rationele keuze, maar zelfs op de laatste passage van Moskesstraat of bij het begin van de S-bocht kwam er geen aanval. Evenepoel rekende gewoon zelf op zijn sprint. “Omdat ik in de laatste ronde gevoeld had dat ik de betere was van Wout. Op de Hertstraat had ik het gevoel dat hij moeite had om me te volgen en op de Moskesstraat dwong hij me op kop, dus ik denk dat hij bang was dat ik nog eens zou aanvallen.”
π΄π§πͺ | Wie twijfelt er nog aan de vorm van Remco Evenepoel? Hij geeft gas en alleen Wout van Aert kan mee. België heeft het droomduo aan kop! #DBP
— Eurosport Nederland (@Eurosport_NL) April 18, 2025
πΊ Stream koers op HBO Max pic.twitter.com/5pkVvJc34g
Net genoeg vertrouwen
Evenepoel maakte het bijzonder knap af, Van Aert zat helemaal stuk. Maar zeker van zijn stuk was Evenepoel zeker niet. “Het was een gokje om de sprint van op de kop te beginnen, maar het was wind mee. En de laatste trainingen achter de brommer met papa, waar ik een paar sprintjes op snelheid deed, hadden me veel vertrouwen gegeven.”
Vertrouwen om de sprint aan te vatten, maar desondanks had hij niet echt rekening gehouden met de zege. “Wout zit ook in groeiende vorm, hé. Dit was een parcours dat niet 100 procent het mijne is, dus het voelt echt goed. Wout kloppen in de sprint, terwijl ik de laatste twee kilometer op kop reed? Ik dacht op voorhand al dat ik verloren was.”