Hij speelde nooit een verhaal in de absolute finale, en deed nooit mee om de wedstrijd te winnen. De zorgen omtrent Wout van Aert nemen na Parijs-Roubaix dan ook toe. Daar windt Michel Wuyts dan ook geen doekjes om, hij ziet een nieuw tijdperk ingaan.
Van Aert moet de rol lossen
Voornamelijk in Het Bos van Wallers was het pijnlijk om zien dat Van Aert door tal van renners werd voorbij gevlamd. “Tot drie keer toe laat Van Aert lopen, en krijgt hij de trappers gewoon niet meer rond. Dan zie je dat jongens van de ‘tweede rij’ hem los voorbij rijden, en dat is pijnlijk”, zag ook Wuyts.
Het was wachten op een verklaring van Van Aert, en die bracht Wuyts meteen bij een onverbiddelijke conclusie. “Als je dan achteraf hoort dat hij niet beter kon... Dan wil dat zeggen dat je niet meer kan spreken van de grote drie, maar enkel nog van de grote twee, zijnde Van der Poel en Pogacar. Dat klinkt hard, maar het is de realiteit.”
Ook Greg Van Avermaet zag bij Wuyts & Vlaeminck dat Van Aert toch wat teleurstelde. “Spijtig genoeg moest Wout té vaak volgen. Hij was naar mijn gevoel zelfs beter in de Ronde van Vlaanderen dan in Parijs-Roubaix, iets wat iedereen omgekeerd verwachtte.”
Voorjaar mislukt dus? Grotendeels wel, al ziet Wuyts nog een goedmakertje. “Van Aert kan nog een deel van zijn voorjaar ‘redden’ door te presteren in de Brabantse Pijl of de Amstel, maar de hernieuwde finale in de Amstel mét de Cauberg is moeilijker voor hem.”
De Cauwer zoekt het mentaal
Daar werd de reden dus toch voornamelijk op het fysieke vlak gezocht, dat lag bij José De Cauwer toch anders. Hij kijkt eerder naar mentale blokkages. “Van Aert zelf is de enige die het kan weten, maar mij lijkt het alsof hij soms op een of andere manier ingenomen wordt door stress”, klonk het daar.
“Ik heb zondag tijdens de uitzending op VRT op een bepaald moment kort voor het Bos van Wallers nog gezegd: ‘dit ziet er echt goed uit’”, zegt hij in Het Nieuwsblad. Hij zat zo gebeiteld op zijn fiets zoals Wout van Aert op zijn fiets kan zitten. En dan zie je in het Bos ineens een volledig ander beeld. Wat is dan het verschil met een kwartier eerder? Hij mag gewoon niet twijfelen aan zichzelf.”