Voor Wout van Aert is hét scharniermoment van zijn voorjaar aangebroken. Met Parijs-Roubaix krijgt hij de klassieker voorgeschoteld die hem vermoedelijk het beste ligt. We kijken allemaal reikhalzend uit of het zondag wat kan worden voor de Kempenaar. Belangstelling zal er alvast voldoende zijn.
Niet ontlopen
Al is dat ook niet altijd even positief. Want zo krijgt Van Aert continu af te rekenen met meningen, de ene al wat negatiever dan de andere. Echter klinkt het wel dat hij dit allemaal zou meepikken. Al is hij daar naar eigen zeggen toch in geminderd. “Minder dan vroeger, maar ik volg het meeste wel”, geeft Van Aert zonder schroom toe.
“Ik heb al het advies gekregen: lees de kranten niet, maar letterlijk eender waar ik kom - de bakker of bij een vriend - beginnen die er over, of ik krijg het te horen in een startinterview op de volgende koers: ‘Wat vind je van de uitlating van persoon X?’” Ontsnappen is dus niet mogelijk.
En dan kiest Van Aert liever voor een betere oplossing voor zijn mindset, zo zegt hij in HLN: “Ik kan er niet ontsnappen, dus voor mij ligt de key bij: hoe ga ik ermee om? En niet bij hoe probeer ik die dingen te ontwijken? Hoe ouder ik word, hoe gemakkelijker het lukt.” Zijn ploegmakker Matteo Jorgenson zag al hoe gek het soms kan lopen.
Kalmte bewaren
Van Aert wordt ook continu gevolgd door camera’s of journalisten, maar ook door fans. En dat gaat ver buiten België. “Dat is vervelend, maar ik word er niet meer door verrast. Zelfs wanneer ik in Tenerife stop langs de kant van de weg om mijn beenstukken uit te trekken, weet ik dat de kans groot is dat iemand op mijn schouders tikt en zegt dat hij mijn grootste fan is.”
In tegenstelling tot vroeger eist Van Aert dan niet meteen meer zijn vrijheid op. Het zorgt naar eigen zeggen voor meer rust. “Ik zeg dan niet meer: ‘Laat mij alsjeblieft eens doen!’ Ik weet dat het altijd kan gebeuren en dat maakt het gemakkelijker mee om te gaan.”
Of de aandacht soms te veel is? “Als het irrelevant is. Ik heb moeite als er te veel aandacht naar mij gaat, en te weinig naar zij die dat wel verdienen.” Daarbij komt Van Aert bij met het voorbeeld dat Soren Waerenskjold De Omloop won, maar daar amper iets over verscheen.