Voor Jasper Philipsen komt het moment van de waarheid eraan. De klassieker die hem op het lijf geschreven is, wacht zondag. Maar uitgerekend nu stelt de sprinter van Alpecin-Deceuninck zich vragen bij zijn vorm. Na zijn val in Nokere Koerse bleef het gevoel wisselvallig. “Het fluctueert. Er zijn dagen dat het goed gaat, maar ook mindere dagen”, zegt hij.
Philipsen nam woensdag deel aan de Scheldeprijs, maar kwam daar net als vorig jaar tekort tegen Tim Merlier. “Ik heb de sprint kunnen rijden die ik in mij had. Daar ben ik blij mee, maar Tim was duidelijk de snelste. De koers was ook niet zwaar genoeg om het in mijn voordeel te keren. Een sprint na een lastigere wedstrijd had me denk ik beter gelegen.”
Setback na val in Nokere
De Limburger geeft toe dat de val in Nokere Koerse zijn voorjaar heeft verstoord. “Ik heb na die val echt een mindere periode gekend. Ik voelde dat ik een stap had gezet op de hellingen, maar het is er niet uitgekomen in de resultaten, wat ik wel had gehoopt.”
De nasleep laat zich ook fysiek nog voelen. “Ik ben redelijk zwaar op mijn gezicht gegaan. Daardoor heb ik wat last gehad van hoofdpijnen en een lichte whiplash aan de nekspieren. Dat straalt door naar het hoofd. Geen drama, maar het is verre van comfortabel. Gelukkig helpt de behandeling van de osteopaat me goed.”
“De koers die me het beste ligt”
Of dat voldoende is om zondag zijn beste niveau te halen, blijft koffiedik kijken. “Of ik honderd procent ga zijn, weet ik niet. Het is al drie weken geleden, maar dat mag je niet onderschatten. Het heeft me een soort setback gegeven. Toch wil ik met vertrouwen aan de start verschijnen. Roubaix ligt ons als ploeg goed.”
Die woorden zijn geen grootspraak. Philipsen eindigde in 2022 als tweede, vorig jaar als derde. “Het zou geen verrassing meer mogen zijn als ik opnieuw meedoe voor de prijzen. Je hebt er niet die typische hellingen zoals in de Ronde van Vlaanderen, waar anderen iets sterker zijn. Dit soort inspanningen ligt me beter. Positioneren is ook geen probleem. Dat geeft moraal.”
Van der Poel als speerpunt
Toch is Philipsen niet de enige troef binnen Alpecin-Deceuninck. Mathieu van der Poel won de laatste twee edities van Roubaix en is als titelverdediger natuurlijk dé kopman. “Dat is logisch. Mathieu is de man van de ploeg. Maar ik hoop dat we het zondag samen kunnen afmaken. Als ploeg kunnen we iets forceren. Zolang we maar gespaard blijven van pech.”
Parijs-Roubaix wordt het moment van de waarheid. Voor Philipsen, die zichzelf opnieuw wil bewijzen. En voor de ploeg, die met Van der Poel én Philipsen misschien wel twee pionnen heeft voor één trofee.