We kennen uiteraard de favorieten voor zondag in Parijs-Roubaix, en daar zijn ook één of meerdere Belgen bij. Wout van Aert, dat staat buiten kijf, maar ook Jasper Stuyven en Jasper Philipsen lijken te mogen hopen op een podiumplaats. José De Cauwer ziet evenwel nog iemand anders.
De Cauwer gelooft in Merlier
Voor De Cauwer is het immers klaar en duidelijk dat ook Tim Merlier zou moeten kunnen scoren in De Helleklassieker. Dat stelt hij zelf in een interview met de Europese kampioen. “Ik heb dit voorjaar in mijn werk als analist al een paar keer gezegd: ‘Tim Merlier kan zomaar op het podium staan van Parijs-Roubaix.’ Toen ik voor deze reeks met uw baas Jurgen Foré sprak, vond hij dat ook.”
Een mooi compliment vindt Merlier, maar die loopt bij Het Nieuwsblad toch niet over van vertrouwen dat dit zou kunnen gebeuren. “Een podium in Roubaix zou een droom zijn. Maar het ding is: ik heb weinig om op terug te vallen. Ik ben nu tweede geëindigd in Gent-Wevelgem, maar daar was ik eerder al een keer zesde en een keer achtste geweest. Ik wist dat ik een podium binnen mijn bereik had. In Roubaix heb ik nul uitslagen om op terug te vallen.”
De Cauwer begrijpt die redenering van de sprinter, maar ziet een uitzonderlijke kracht bij de man van Soudal Quick-Step. “Dat is zo, maar jij hebt wel iets bijzonders. Ik zie in het wielrennen van nu nog weinig renners die een koers winnen die ze eigenlijk niet kunnen winnen. Jou acht ik daar wel toe in staat. Je hebt die neus wel om overal tussen te rijden.”
Slechte ervaringen
Het verleden toonde Merlier evenwel aan dat Roubaix absoluut geen walk in the park is. Het liep eigenlijk nog maar één keer goed, en dan nog. “Ik heb Roubaix vier keer gereden en daarin ben ik drie keer tegen de grond gegaan. Alleen twee jaar geleden had ik niks. Geen valpartij, geen lekke band… maar ook geen benen. Ik kon sprinten voor de veertiende plaats, maar ben drieëntwintigste geëindigd.”
Maar afsluitend in het interview gevraagd naar welke koers hij ooit nog hoopt te winnen, komen we toch uit bij de afspraak van deze zondag. “Welke koers wil ik nog winnen? Misschien dan toch Parijs-Roubaix, op een dag waarin het allemaal meezit. Dromen mag, hé.”
Dirk De Wolf ziet het evenwel niet meteen gebeuren. Merlier? Het gaat te snel gaan voor hem, vrees ik. Die groten hebben de motor om tegenwoordig 50, 55 per uur te rijden. Als die mekaar willen lossen, gaat het drie per uur te rap voor Tim.”