Het kan met recht en rede worden gezegd dat Tadej Pogacar momenteel de beste renner ter wereld is, en hij is eigenlijk goed op weg om straks Eddy Merckx te evenaren in die status over alle jaren heen. En die huidige wereldkampioen had zomaar voor de ploeg van Patrick Lefevere kunnen rijden.
Pogacar bijna bij Quick-Step
Dat doet de ex-CEO zelf uit de doeken. Jaren geleden al kwam de naam van Pogacar op het lijstje van Quick-Step terecht. En dat is gezien hoe het gelopen is geen verrassing. Fernandez Matxin, de huidige sportieve manager bij Team UAE, was toen scout bij The Wolfpack. Hij kwam aandraven met de Sloveen.
“Op de lange lijsten van beloftevolle renners die hij meebracht van zijn verre reizen over de hele wereld stonden twee namen die nu zondag bij zijn ploeg aan de start staan van Roubaix: Mikkel Bjerg én Tadej Pogacar”, weet Lefevere te vertellen in Het Nieuwsblad. Al had die hem niet meteen heel hoog zitten, blijkt uit een geweldige anekdote.
Zo ging Matxin Pogacar scouten in zijn thuisland. In een beloftenwedstrijd zag die hem echter tot zijn eigen grote verbazing achter het peloton rijden. Matxin vroeg zich dan ook af waarom hij helemaal naar daar was gekomen. Hij had het evenwel flink mis: Pogacar stond op het punt om het peloton te gaan dubbelen.
“Het scoutingsverslag was dus heel positief”, trapt Lefevere een open deur in. Helaas voor hem en Quick-Step staken de financiën een stok in de wielen. “We hebben Pogacar niet gepakt omdat er een financiële realiteit was. Er was maar zoveel geld en er waren maar zoveel plaatsen binnen onze opleiding. Het is te makkelijk om daar met de kennis van vandaag een grote gemiste kans van te maken.”
Fenomeen
Toch ergens wel natuurlijk, maar de tijd valt niet terug te draaien. Nu vandaag ziet Lefevere ook dat Pogacar onaantastbaar is. Hij ziet hem ook meteen scoren in zijn eerste Helleklassieker. “Tadej Pogacar kan alles, dus ook Parijs-Roubaix winnen. Hij is een talent dat één keer om de tien of twintig jaar wordt geboren.”
“Tegelijk rijdt hij zondag tegen Mathieu van der Poel over wie je precies hetzelfde kan zeggen. Houd het tijdens Parijs-Roubaix in het achterhoofd: het is een strijd van het ene fenomeen tegen het andere. Wout van Aert is misschien wat minder buitenaards, maar wie durft te zeggen dat hij niét kan winnen?”, houdt hij wel een slag om de arm.