Na afloop van Parijs-Roubaix bleef het niet stil in de commentaarcabine van Karl Vannieuwkerke en José De Cauwer. De twee bespraken de koers, de dominantie van Mathieu van der Poel en Tadej Pogačar, de situatie van Wout van Aert én het incident met de bidon. Met gevoel voor perspectief, maar ook met zorgen en bewondering.
Twee buitenaardsen
“Vier van de laatste zeven monumenten zijn voor Van der Poel, drie voor Pogacar. Dan spreken we over twee renners die met kop en schouders boven de rest uitsteken”, vatte Karl het voorjaar samen. José knikte: “Tot vorige week spraken we nog over drie toppers. Maar na vandaag moeten we zeggen dat ze met twee zijn. Pedersen? Van Aert? We hoopten het. Maar het verschil is duidelijk.”
Toch was het incident met Pogačar in de finale van Roubaix voer voor discussie. De Sloveen miste een bocht en verloor zo de aansluiting met Van der Poel. “Was dat hét moment van de koers?” vroeg Karl zich af. José twijfelde: “Ik weet niet of hij hem had kunnen lossen. Maar het feit dat hij de kloof niet dichtreed... dan ben ik geneigd om te zeggen dat Mathieu vandaag de beste was.”
De indrukwekkende zegereeks van Van der Poel en Pogacar zorgt ondertussen voor een historische fase in de wielersport. “We beginnen bijna te denken dat het vanzelf gaat voor die mannen”, zei Karl. “Maar is dit niet een unieke periode in de wielergeschiedenis?” José was duidelijk: “Meer dan uniek. Ik draai al 60 jaar mee, maar dit... Gelukkig zijn ze met z’n tweeën. Anders zouden we misschien gaan twijfelen of het wel normaal is.”
Wout van Aert
Tussen al dat geweld lijkt Wout van Aert steeds meer terrein te verliezen. Vierde in Vlaanderen, vierde in Roubaix – knappe prestaties, maar niet het niveau van de top twee. “Hij zat waar hij moest zitten, ook aan het Bos van Wallers, maar het ging gewoon niet”, zag Karl. José beaamde: “Ook in de Ronde werd hij gelost op kritieke momenten. Maar hij rijdt wél sterke finales. Alleen... als het heel snel gaat, is die absolute snelheid er niet meer. Misschien moet hij ouderwets gaan koersen. Aanvallen. Durven.”
Incident
Tot slot was er verontwaardiging over het bidonincident dat Van der Poel trof. “Wat doen we met die ene onverlaat tussen die miljoenen supporters?” vroeg Karl. José was helder: “Men moet één keer een serieus statement maken. Keihard. Los overdreven. Zodat mensen, zelfs als ze dronken zijn, denken: nee, dat doe ik niet.”
De lente bracht ongekende klasse, drama en frustratie. Maar bovenal bevestigde ze wat we al wisten: Mathieu van der Poel en Tadej Pogačar schrijven wielergeschiedenis, elke koers opnieuw.