Met Thibau Nys hebben we alweer een nieuw Belgisch goudhaantje in de rangen. Hij hoopt ook meteen te kunnen scoren in zijn eerste (Waalse) voorjaarsklassiekers, met name De Waalse Pijl van woensdag staat hoog op zijn verlanglijstje. Maar zoals steeds blijft de jonge Nys wel de nuchterheid zelve.
Dualiteit bij Nys
Ambitieus maar tegelijkertijd realistisch. De concurrentie is dan ook niet min, met name Tadej Pogacar en Remco Evenepoel steken er toch nog bovenuit. Het respect van Nys voor hen is dan ook groot. "Nooit eerder was ik zó goed. Maar ik blijf realistisch. Als ik zie wat 'Pogi' en Remco allemaal uitspoken, doet me dat achterovervallen in mijn stoel”, aldus Nys.
Of hij zijn eerste Waalse Pijl met succes zou kunnen afronden, daar blijft hij zelf nog over in het ongewisse. “Het wordt superlastig. Het klopt dat, als je op de Cherave over je limiet gaat, het uiterst moeilijk wordt om je benen nog even zuurstof te gunnen tot 'the final kick'. Op dat vlak heb ik geen ervaring of referenties. En kom ik dus een beetje blind aan de start. Maar wel boordevol vertrouwen."
Toekomst oogt mooi
Het wordt dus afwachten wat het zal geven, maar dat Nys in staat is om te exploderen op de Muur van Hoei, dat is wel duidelijk. Alleen hamert ook zijn trainer Paul Van Den Bosch op het feit dat de koersomstandigheden het lastig zouden kunnen maken.
“Op training hebben we gemerkt dat Thibau de wattages kan trappen om heel goed te finishen op de Muur van Hoei. Maar gaat hij dat nog kunnen na een zware finale? Dat is ook voor ons de vraag. Als ze hem in een zetel naar de voet brengen, dan gaan velen het aan hun rekker hebben. Het verloop van de wedstrijd gaat bepalend zijn.”
Desalniettemin is er ook bij Van De Bosch het volste vertrouwen in zijn poulain. Maar alles op zijn tijd, benadrukt hij bij HLN. “Ik blijf het tot vervelens toe herhalen: step by step. Die stappen moet hij nog zetten, zonder er één te willen overslaan. Hij zit nog in een leerproces. Maar zeker ook op schema.”
Niets willen forceren blijft de rode draad in het verhaal, maar een fiere conclusie kan desondanks wel al worden getrokken. “Tuurlijk is Thibau geen Pogacar, die op z'n 20ste de Tour won. Misschien wordt hij ook geen Van der Poel. Maar de nuchtere vaststelling is wel dat hij nu al mooiere dingen heeft gewonnen dan Mathieu destijds op z'n 22ste."