Deze week kunnen we Mathieu van der Poel aan het werk zien in de Tirreno-Adriatico. De Nederlander wil daar de laatste procentjes toevoegen aan zijn nu al uitstekende vorm, zoals we konden zien in Le Samyn.
Over de limiet
Een terugkeer naar de Italiaanse rittenkoers die in 2021 voor heel wat spektakel wist te zorgen. Samen met onder meer Wout van Aert zorgde Van der Poel zowat iedere dag voor sensatie. “Het parcours leende zich toen om zo te koersen en het was een van de leukste rittenwedstrijden die ik al heb gereden”, klinkt het daarover.
Echter beseft Van der Poel als geen ander dat ze toen wel zwaar over de limiet zijn gegaan. Het had ook grote gevolgen. “Maar achteraf bleek dat ik daar mijn beste benen van dat voorjaar vergooid heb, en dat gold niet alleen voor mij.”
En toch wil hij ook deze keer de grenzen opzoeken. “Ik hoop deze week soms nog eens zo te koersen en over de limiet te gaan als in 2021, maar niet meer elke dag zoals toen. De ploeg en ik hebben de voorbije jaren genoeg ervaring opgedaan om te weten dat we in deze fase niet met té veel krachten moeten gooien”, blijft Van der Poel wel voorzichtig.
Hij deed alvast wel uit de doeken dat hij… mogelijk zelfs zal sprinten! “Deze editie telt een echte bergrit en dat is een dag waarop ik mij zal sparen. In de andere lastige ritten hoop ik wel mijn ding te kunnen doen. Misschien ook zelfs in de sprints.”
Deceuninck verdwijnt
Intussen geraakte bij Alpecin-Deceuninck het nieuws bekend dat die laatse sponsor zal verdwijnen als naamsponsor. Van der Poel maakt zich nog niet druk. “Al hoop ik natuurlijk wel dat we een tweede naamsponsor vinden. Ik heb er het volste vertrouwen in dat Philip Roodhooft daar ook in zal slagen. En voor mijn part is het een grote sponsor, zodat we als team nog verder kunnen groeien.”