Met Parijs-Roubaix staat het tweede deel van de Heilige Wielerweek voor de deur. Wout van Aert toonde zich sterk in De Ronde van Vlaanderen, en hoopt die vormcurve stijgend te houden richting de kasseien in Noord-Frankrijk. Hij deelde zijn verwachtingen mee op de clubwebsite van Visma-Lease a Bike.
Ambitie en realisme
Dat het er de voorbije week best goed uitzag bij Van Aert wist hij daar ook zelf andermaal te bevestigen. “Ik neem een goed gevoel mee van afgelopen week. In Dwars door Vlaanderen en de Ronde van Vlaanderen voelde ik mezelf sterk en ook het team heeft twee keer een heel goede koers gereden. Dat geeft vertrouwen.”
Maar tegelijkertijd is er ook een groot realiteitsbesef. “Helaas waren er telkens enkele andere renners net iets sterker. Ook in Parijs-Roubaix, een koers waar ik ieder jaar enorm naar uitkijk, zullen we tegen dezelfde renners moeten opboksen. Het zal dus opnieuw zaak zijn om een goed plan te maken om de topfavorieten te kunnen verrassen.”
Uiteraard heeft Van Aert zijn kansen, maar zet hij zichzelf tussen niet tussen de ‘echte’ topfavorieten. Ploegleider Grischa Niermann heeft evenwel vertrouwen in zijn kopman. “We groeien duidelijk tijdens dit voorjaar. In de Ronde van Vlaanderen en Dwars door Vlaanderen konden we onze sterkte in de breedte goed benutten. Dat nemen we mee naar Parijs-Roubaix.”
🇫🇷 #ParisRoubaix
— Team Visma | Lease a Bike (@vismaleaseabike) April 10, 2025
L'Enfer du Nord! 🪨 pic.twitter.com/wHPjGydRZG
Verrassing in selectie
Voor die Parijs-Roubaix wisten ze bij Visma-Lease a Bike overigens nog uit te pakken met een fraaie verrassing. Zo maakt de amper 19-jarige Matthew Brennan deel uit van de selectie. Hij moet mee de leemte opvullen die Christophe Laporte en Olav Kooij nalieten. “Matthew heeft ook ons al meerdere malen verbaasd. Dat hij nu al drie profoverwinningen op zak heeft, is natuurlijk schitterend.”
“Gezien zijn steile ontwikkelingscurve, hebben we zijn programma wat aangepast. Oorspronkelijk zou hij ook nog wat wedstrijden met het Development Team rijden, maar we voelen dat hij daar nu eigenlijk niet veel meer te leren heeft. In een monument als Parijs-Roubaix heeft hij echter nog alles te leren”, aldus Niermann.