De aanloop naar het beruchte Bos van Wallers in Parijs-Roubaix is opnieuw aangepast. Waar de organisatie vorig jaar nog koos voor een opvallende chicane om de snelheid te temperen, is er ditmaal gekozen voor een alternatief dat volgens oud-renner Sep Vanmarcke “veel beter” is. Niet iedereen is enthousiast: Johan Museeuw had het liever bij het oude gelaten.
Het Bos van Wallers – of het Trouée d’Arenberg – geldt als een van de meest gevreesde kasseistroken in het wielrennen. Niet alleen vanwege het ruwe wegdek, maar vooral vanwege de snelheid waarmee het peloton de strook aansnijdt. Dat leidde in het verleden al meermaals tot zware valpartijen. Op verzoek van rennersvakbond CPA werd in 2023 een chicane ingevoerd om die snelheid omlaag te brengen. Een maatregel die op kritiek stuitte, onder anderen van winnaar Mathieu van der Poel, die zich op sociale media afvroeg: “Is dit een grap?”
Andere aanpak
Hoewel de chicane in de praktijk niet voor chaos zorgde, heeft ASO voor de editie van 2025 gekozen voor een andere aanpak. In plaats van een kunstmatige slinger gaat het peloton nu via een kleine omweg langs de mijnsite van Arenberg, met vier haakse bochten in aanloop naar de kasseien. Via de Avenue d’Arenberg en Rue de Croy komen de renners op de Rue Desandrouins, waarna ze met een linkerbocht het Bos indraaien. De gedachte hierachter: de snelheid zakt vanzelf, zonder filevorming of abrupte remacties.
Sep Vanmarcke ziet de nieuwe route als een stap vooruit. “Vorig jaar had ik al voorgesteld om dit te doen, maar toen lagen er nog gaten in het wegdek. De chicane was een noodoplossing,” zegt hij in gesprek met Het Nieuwsblad. “Die haakse bochten zorgen ervoor dat de snelheid op een natuurlijke manier daalt. Het gaat allemaal geleidelijker. Je komt niet meer aan 65 per uur op die stenen gevlogen.”
Take a look at the new approach to the Trouée d’Arenberg 👀
— Paris-Roubaix (@parisroubaix) April 8, 2025
Découvrez la nouvelle approche de la Trouée d'Arenberg 🔍#ParisRoubaix pic.twitter.com/dza8anM4te
Valpartijen niet uitgesloten
Toch erkent Vanmarcke dat valpartijen niet volledig te vermijden zijn. “Er blijft altijd een punt waarop het peloton op een lint komt te zitten. Nu zal dat eerder gebeuren, bij de eerste bochten. Maar dat is nog altijd veiliger dan de volle vaart van vorig jaar.”
Naast de gewijzigde aanloop worden er ook twee extra kasseistroken toegevoegd aan het parcours: die van Artres en Famars, ten zuiden van Quérénaing. Volgens parcoursbouwer Thierry Gouvenou zijn het geen loodzware stroken, maar ze maken wel deel uit van een opeenvolging van vijf stroken met weinig asfalt ertussen.
Museeuw
Johan Museeuw – drievoudig winnaar van Parijs-Roubaix – ziet die ontwikkeling met lede ogen aan. “Door de koers steeds vroeger zwaar te maken, blijven sneller dezelfde renners over. Dat maakt het moeilijker voor outsiders om nog te verrassen,” aldus De Leeuw van Vlaanderen. Hij stelt dat gevaarlijke momenten nu eenmaal bij de koers horen. “In de Ronde van Vlaanderen val je ook op een brede baan als de N60. En kijk naar de Poggio in Milaan-San Remo: ook daar nemen renners risico’s. Dat hoort bij het karakter van deze wedstrijden.”
Of de nieuwe aanpak inderdaad zorgt voor meer veiligheid en minder controverse, zal zondag moeten blijken. Eén ding is zeker: het Bos van Wallers blijft een sleutelmoment in de Hel van het Noorden.