Parijs-Roubaix staat voor de deur, en dat is gewoontegetrouw één van de meest interessante koersen van het voorjaar. Ook al omdat het lijstje aan kandidaat-winnaars daar groter is dan pakweg in de E3 of De Ronde van Vlaanderen. Zo is het onder meer ook uitkijken naar Jasper Philipsen en Tim Merlier, twee Belgische sprintkanonnen.
Sukkelende Philipsen
Maar ze kunnen meer dan dat. Philipsen toonde nu al twee jaar op rij dat hij kan meedingen naar de hoofdprijs in Roubaix. Hij werd immers al twee keer tweede. Maar nu is er toch meer twijfel bij de Kempenaar. Dat komt door zijn valpartij in Nokere Koerse. “Na die val in Nokere Koerse heb ik echt een mindere periode gekend. Er zijn dagen dat het goed gaat, maar ook mindere dagen”, laat hij optekenen.
Voornamelijk de afgelopen dagen kwam er meer twijfel opsteken bij Philipsen. “Op training had ik afgelopen week ook al geen goed gevoel, en ik heb ook last gehad van hoofdpijnen. Ik ben redelijk zwaar op mijn gezicht gegaan en dat zindert na.”
Tegenover Wielerflits maakt hij duidelijk waar hij precies mee sukkelt. “Het is een kleine whiplash rond de nekspieren die ik heb opgelopen, die dan weer uitstraalt naar het hoofd. Op zich niets onoverkomelijk, maar ook alles behalve comfortabel. Ik weet dus niet of ik honderd procent ga zijn.” Philipsen reageerde ook na de Scheldeprijs.
t-decoration:none;" target="_blank">Een bericht gedeeld door Jasper Philipsen (@jasperphilipsen)
Twijfelende Merlier
Voor Merlier is die onzekerheid wat betreft Roubaix vermoedelijk nog wel wat groter. Hij kon nog geen topuitslag laten noteren in De Hel van het Noorden. Dat beseft hij zelf als geen ander. “Ik ga er met minder vertrouwen naartoe dan bijvoorbeeld naar Gent-Wevelgem, waar ik het gevoel had: ‘als het meezit, kan ik hier winnen’.”
“Daar was ik in het verleden al eens zesde en achtste. Dat heb ik in Roubaix nog niet gehad. Dan is het ook moeilijker om naar daar te gaan en te zeggen: kijk mannekes, ‘k ga ‘t hier ook ne keer komen tonen, hè. Pas op, ik ga dat wel proberen”, wil hij ook ambitie tonen bij Het Nieuwsblad. “Zeg nooit nooit, maar ik moet ook de, euh, realiteit respecteren. Of hoe zegde da? De logica respecteren.”
En zeker ook realistisch blijven. Want er staan natuurlijk flinke kanonnen aan de start. “Het zou best kunnen dat het zoals de voorbije jaren de hele dag volop koers is en dan weet je dat de grotere motoren à la Van Aert, Van der Poel, Pedersen en Ganna er in principe bovenuit steken. Anderzijds kan het in Roubaix wel gebeuren dat je door een bepaalde situatie weer in koers komt…”