Zondag wacht met Parijs-Roubaix de laatste grote clash van het voorjaar, en volgens Bradley Wiggins kunnen we ons opnieuw opmaken voor een titanenduel tussen Mathieu van der Poel en Tadej Pogacar. Maar anders dan in de Ronde van Vlaanderen ziet de Brit ditmaal geen dominante rol weggelegd voor de Sloveen.
Van der Poel de te kloppen man
In zijn analyse bij The Move is Wiggins duidelijk: de kasseien van Roubaix zijn meer op het lijf geschreven van Van der Poel dan van Pogacar. “Wat mij betreft is Van der Poel de te kloppen man in Roubaix. Die wedstrijd ligt hem beter dan Pogacar.” De wereldkampioen is volgens Wiggins beter uitgerust voor de brute krachtinspanning op de eindeloze kasseistroken in Noord-Frankrijk.
Pogacar zal volgens Wiggins zeker voorin zitten, maar de Brit verwacht niet dat hij het verschil gaat maken zoals hij dat wel deed op de hellingen van de Ronde. “Ik geloof niet dat Pogacar in Parijs-Roubaix net zo dominant gaat zijn als in Vlaanderen. Op een vlakke kasseistrook zie ik hem Van der Poel niet lossen.”
Andere dynamiek in koers
Wiggins voorziet bovendien een andere koersdynamiek dan in Vlaanderen. Waar UAE Team Emirates daar het initiatief nam en Pogacar als uitgesproken favoriet de koers droeg, verwacht hij nu een actievere rol van Alpecin-Deceuninck. “Het werk zal meer op de schouders van Alpecin-Deceuninck rusten,” stelt hij. “Zij kunnen met meer kaarten spelen.”
Die breedte is een extra troef voor Van der Poel, die naast zichzelf ook kan rekenen op Jasper Philipsen. De Belg werd al twee keer tweede in Roubaix en heeft aangetoond dat hij de kasseien aankan. “Ze hebben meerdere opties. Dat maakt het lastig voor de concurrentie.”
Flashback naar Sanremo?
Tot slot denkt Wiggins dat het scenario zondag best eens lijkt op dat van Milaan-Sanremo, waar Van der Poel en Pogacar ook samen de finale kleurden, maar de Nederlander uiteindelijk de bovenhand haalde. In een koers waar inhoud en positionering doorslaggevend zijn, lijkt Van der Poel op voorhand de betere papieren te hebben. Maar met Pogacar weet je het nooit.