Mathieu van der Poel had in aanloop naar de Ronde van Vlaanderen te maken met ziekte, zo vertelt hij na afloop van de koers. De Nederlandse topfavoriet kampte eerder in de week met gezondheidsproblemen en moest zelfs aan de antibiotica. “Ik was niet fit aan het begin van de week,” legt hij uit. “Maar dat verandert niks aan de uitslag.”
De wereldkampioen liet zich zondag wel van voren zien, maar kon nooit echt zijn stempel drukken op de koers. “Ik voelde me niet super vandaag,” erkent Van der Poel, die ondanks zijn mindere dag nog altijd derde werd in Oudenaarde. “Ik heb drie dagen antibiotica genomen, dus dat voel je wel. Maar ik ben tevreden dat ik er het maximale heb uitgehaald.”
Geen excuus
Van der Poel wil zijn mindere vorm niet als excuus gebruiken. Hij benadrukt dat de sterkste renner gewonnen heeft. “Pogacar was duidelijk de beste vandaag. Daar is geen discussie over mogelijk. Ik ben gewoon blij dat ik mezelf nog naar het podium heb kunnen knokken.”
De blik gaat inmiddels al richting Parijs-Roubaix, waar Van der Poel opnieuw op jacht gaat naar een monumentale overwinning. “Tegen volgende week hoop ik mijn beste benen terug te vinden,” zegt hij. “Ik denk ook dat die koers mij goed moet liggen.”
Geen tweestrijd
Toch ziet hij het op de kasseien van Noord-Frankrijk niet als een duel tussen hem en Pogacar. “In Roubaix zijn er altijd meer kanshebbers dan in Vlaanderen,” aldus Van der Poel. “Het is een minder specifieke koers en moeilijker om het verschil te maken, zelfs als je de beste bent.”
Een portie geluk is dan ook onmisbaar, benadrukt hij. “Pech of valpartijen spelen daar altijd een rol. Je moet niet alleen goede benen hebben, maar ook een vlekkeloze dag. Dat maakt het een open wedstrijd. Ik denk dat veel renners kans maken om te winnen.”