Deze week is het feest voor de wielerliefhebber. Met Tirreno-Adriatico en Parijs-Nice lopen er immers twee rittenkoersen tegelijkertijd. In Frankrijk liet ene Laurence Pithie zich opnieuw opmerken.
De aandachtige wielervolger had uiteraard eind vorig seizoen en helemaal begin dit seizoen al gezien dat er heel wat potentieel schuilt in de Nieuw-Zeelander, maar wat hij dit voorjaar al liet zien overtreft toch de verwachtingen. Mee met Wout van Aert, Tim Wellens en Oier Lazkano in Kuurne-Brussel-Kuurne (hij moest even later wel afhaken, nvdr), om twee dagen later achtste te worden in Le Samyn.
En ook in Parijs-Nice doet Pithie het meer dan voortreffelijk. Een derde plaats in de openingsrit en een tweede plaats daags nadien leverden hem zelfs een tijdelijke gele trui op. “Ik wist niet meteen wie de bonficatieseconden had gepakt tijdens de etappe, dus ik was niet zeker of ik de leiderstrui pakte”, wist de renner van Groupama-FDJ daarover te vertellen bij Het Nieuwsblad.
Oog op de klassiekers
Mooi meegenomen dus, maar het echte doel ligt voor Pithie in de klassiekers. “Ik wil me wel toeleggen op de klassiekers. Het zijn wel koersen die me in de toekomst moeten liggen, lastige wedstrijden die kunnen eindigen in een sprint. Ik koers ook graag aanvallend, dus het was leuk om mee te doen in Kuurne.” We lijken dus nog wel één en ander te mogen verwachten.
Maar de absolute toppers strijden momenteel nog op een hoger niveau, zo mocht Pithie aan de lijve ondervinden. “Wout reed me er vrij snel af op een van de beklimmingen. Ik zal dus hard moeten werken om mijn niveau op te trekken zodat ik er de volgende keer bij kan blijven. Ik ben wel snel aan de finish, dus als ik mee zou kunnen, dan kan ik wel eens scoren.”