Komend weekend staat in het teken van het WK veldrijden, en daar hoopt Angelo De Clercq als bondscoach uiteraard zoveel mogelijk medailles te scoren met België. Maar op veel eremetaal lijken we niet te moeten rekenen, en al zeker niet met een goud kleurtje.
Weinig hoop bij de dames
Dat wordt duidelijk als we de verschillende categoriën overlopen. Te beginnen bij de vrouwen is het voor iedereen al duidelijk dat we bij de profs niet veel in de pap zullen te brokken hebben. De cross wordt daar gedomineerd door de Nederlandse vrouwen, die met Lucinda Brand, Fem van Empel, Ceylin Alvarado en Puck Pieterse de grootste troeven in handen hebben.
België stelt het met goede rensters als Sanne Cant – die haar laatste WK rijdt – en Marion Norbert-Riberolle, pas nog Belgisch kampioen geworden. Maar zelfs het podium halen op het wereldkampioen lijkt meer dan een brug te ver.
Maar ook bij junioren dames en beloften dames ziet het er toch wel vrij benard uit voor de Belgische meisjes. Daar wordt er door bondscoach De Clercq gesproken over top 10, top 12. Geenszins in de buurt dus van het podium, laat staan een gouden medaille.
Bij de junioren is Sanne Laurijssen de grootste troef, waar De Clercq op top 12 rekent. Bij de beloften is dat Xaydée Van Sinaey, die door ziekte echter al enkele weken stil ligt. Op meer dan een top-10 plaats wordt er dan ook niet gerekend.
Medaillekansen bij de mannen
Voor de mannen ziet het er dan wel iets positiever uit. Al zeker na het laattijdige toezeggen van Wout van Aert die bij de profs mogelijk toch het vuur aan de schenen kan leggen van alleenheerser Mathieu van der Poel. De Nederlander blijft evenwel de grote topfavoriet, en kan mits een nieuwe wereldtitel het record van zeven stuks van Erik De Vlaeminck evenaren.
Over naar de beloften en junioren dan, waar we in die laatste categorie voorzichtig positief mogen zijn. 1 medaille moet eigenlijk zeker, het kan ook beter worden en goud is niet onmogelijk. "Met Giel Lejeune, Arthur Van Den Boer en Mats Vanden Eynde hebben we 3 troeven voor het podium”, aldus De Clercq. De topfavorieten komen met Agostinacchio, Vassal en Bruyère echter uit Italië en Frankrijk.
Bij de beloften tot slot is het opnieuw Nederland dat een absolute topfavoriet in de rangen heeft met Tibor Del Grosso. Zijn grootste uitdager komt uit evenwel Belgische hoek met Jente Michels. Liévin zou een parcours moeten zijn dat hem ligt, maar zijn kansen om Del Grosso te kloppen zijn miniem. Een medaille is wel een must. Daar kunnen overigens ook Aaron Dockx, Yordi Corsus, Kay De Bruyckere en Seppe Van Den Boer nog voor zorgen.
Magere oogst in zicht (?)
Conclusie: de kansen op medailles voor de Belgische renners en rensters blijft dus wel behoorlijk beperkt, en hebben we eigenlijk niemand die echt als topfavoriet kan worden aanschouwd om een gouden plak mee naar huis te brengen. Bondscoach De Clercq rekent op 4 medailles.
Een groot verschil toch met wat we gewend zijn, al zeker bij de mannen. De mondialisering van de sport zet zich evenwel door, wat dan weer als een pluspunt kan worden aanzien. Bovendien ligt de druk voor vele Belgen zo een pak lager, en zijn verrassingen niet uit te sluiten.