Sven Nys zal ongetwijfeld een bijzonder gelukkig man zijn. Vorige week zag hij zijn zoon Thibau immers opnieuw triomferen, deze keer op het Belgisch kampioenschap veldrijden. En zo heeft die alweer iets kunnen afvinken.
Nys in Roubaix
De vraag komt steeds weer naar boven of Thibau beter zal kunnen worden dan papa Sven. Als we spreken over het wegwielrennen, is dat nu al het geval, zo denkt Michel Wuys. “Op de weg is dat ongetwijfeld zo. Sven won de Grote Prijs van Oetingen en leverde in 2001 een gedenkwaardige Parijs-Roubaix af. Die waarin Museeuw hem vroeg wat hij als snotneus in die kopgroep kwam doen.”
Die Helleklassieker kan Wuyts zich nog perfect voor de geest halen. Ondanks het feit dat Nys bijzonder sterk was, moest hij het afleggen. Maar niet op de meest koosjere manier. “Het voorval deed de eergierige Nys in tranen afhaken. Uit onmacht, tegen de epo-generatie”, aldus Wuyts over die zwarte periode waarin onder meer ook Museeuw zich bezondigde aan de verboden middelen.
Verschillende renners
Dat Thibau beter scoort op de weg is fysiologisch uit te leggen, denkt Wuyts in Het Laatste Nieuws. “Ik neem voor waar aan dat Thibau Nys in vijf- en tienminutentesten hogere vermogens haalt dan zijn vader toen. Ik zie ook wel dat zoon Nys in topvorm met een air van onkreukbaarheid rondrijdt.”
Als het aankomt op het veld spreekt de commentator evenwel andere taal. Volgens Wuys is het immers quasi onmogelijk dat Nys jr het palmares van Nys sr bij elkaar zal fietsen. Mogelijk al qua capaciteiten, maar ook door het feit dat Thibau zich volop op de weg zal concentreren.
“Einde vergelijking. Vanwege zinloos ook in nieuwe tijden. Voor multigetalenteerde mannen gaat kwaliteit boven kwantiteit. 30 overwinningen in een seizoen, door Sven neergezet in 2007, zijn onhaalbaar geworden. Langere wegcampagnes zullen Thibau beletten nog meer te crossen dan nu”, besluit Wuyts.