Wout van Aert maakte dinsdag zijn wegprogramma voor 2025 bekend. Daarbij onder meer ook een dubbel Giro-Tour, na uiteraard ook al een vrij druk voorjaar. De Kempenaar wil een en ander rechtzetten dit seizoen.
Zelfkritisch over valpartijen
Want zo weten we uiteraard allemaal wat er zich vorig jaar allemaal heeft afgespeeld. Twee valpartijen bepaalden het seizoen van Van Aert. Op die valpartijen en veiligheid in het algemeen wou hij nog wel eens terug komen. “Die twee valpartijen met grote gevolgen waren 0,0 procent mijn fout, daar blijf ik van overtuigd”, start Van Aert zijn verhaal, die zichzelf evenwel niet volledig vrijpleit.
Er waren immers ook nog enkele valpartijen zonder die grote gevolgen, maar wel bijzonder atypisch voor Van Aert, beseft hij zelf bij Het Nieuwsblad.“Maar doorheen het jaar zijn er wel wat andere valpartijen geweest waarin ik mezelf niet herkende.”
“Ofwel maakte ik fouten, ofwel was ik niet voldoende geconcentreerd. Daar werken we aan met een mental coach en concentatrietrainingen, waar ik heel erg in geloof. Het heeft tijd nodig gehad deze winter, maar ondertussen heb ik mijn vertrouwen terug.”
Koers moet veiliger
Maar in het algemeen kan het wielrennen nog een pak veiliger worden gemaakt, blijft Van Aert ook daar bij zijn standpunt. Zo kwam hij onlangs al met een voorstel om versnellingen te limiteren. “Ik ben ervan overtuigd dat gelimiteerde versnellingen bepaalde gevaarlijke situaties zouden kunnen vermijden. Maar dat is slechts een deel van het probleem.”
Zo stelt hij onder meer ook de kledij in vraag. “Ik ben ook voorstander om verder uit te zoeken hoe we ons lichaam beter kunnen beschermen. Een MotoGP-renner kan tegen 200 kilometer per uur crashen en er van afkomen zonder blessures. Natuurlijk hebben wij wielrenners schade als we vallen, want we rijden rond in flinterdunne outfits.”
Daarnaast is Van Aert overtuigd dat ook organisaties en de UCI meer zouden moeten doen. “Er gebeuren ook echt nog te veel amateuristische dingen. We blijven soms om domme redenen op gevaarlijke plekken finishen en we moeten soms nog steeds gevaarlijke afdalingen doen”, besluit hij.