Dat wielrennen een gevaarlijke sport is hoeft jammerlijk genoeg geen betoog. Maar de laatste jaren zien we ook vaker dat renners door gezondheidsproblemen vroegtijdig een punt moeten zetten achter hun carrière. We zagen het vorig jaar nog gebeuren bij Sep Vanmarcke en Nathan Van Hooydonck. En ook Lars van den Berg is nu hetzelfde jammerlijke lot beschoren.
Ongenadig verdict
Zo komt zijn ploeg Groupama-FDJ met het bericht dat Van den Berg noodgedwongen moet stoppen omwille van hartproblemen. Het verhaal begon vorig jaar in februari in de Faun Ardèche Classic waar de Nederlander plots ten val kwam. Een hartprobleem bleek de oorzaak te zijn. Sedertdien hoopte Van den Berg nog op een terugkeer, maar die zal er niet meer komen.
Nochtans werd hem eerst een beperkte inactiveit opgelegd. “Na onderzoeken in Nederland bleek het een ontstoken hartspier te zijn. Tot oktober mocht ik niet sporten. Vervolgens bouwde ik het rustig weer op. In december en januari ging ik weer mee op een trainingskamp met de ploeg, steeds met het oog op een terugkeer in het peloton.”
Na grootschalige onderzoeken hebben cardiologen de renner nu afgeraden om nog te koersen. “De ontsteking heeft voor littekenweefsel gezorgd en dat kan leiden tot hartritmestoornissen. Daar kan een hartstilstand uit ontstaan”, aldus Van den Berg bij NOS. De cardioloog vindt het risico daarop te groot. Als ik een voetballer was geweest, had een pacemaker wel gekund.”
𝐔𝐧 𝐧𝐨𝐮𝐯𝐞𝐚𝐮 𝐜𝐡𝐚𝐩𝐢𝐭𝐫𝐞 𝐩𝐨𝐮𝐫 𝐋𝐚𝐫𝐬
— Équipe Cycliste Groupama-FDJ (@GroupamaFDJ) March 13, 2025
C’est avec émotion que nous annonçons que Lars van den Berg met un terme à sa carrière cycliste professionnelle pour des raisons de santé.
Pilier de notre équipe depuis quatre saisons, Lars a marqué notre histoire par son… pic.twitter.com/7MNKb3mvO1
Klap in het gezicht
Gezien het gevaar dat dit teweeg kan brengen tijdens een wedstrijd is dat voor wielrenners geen optie. Ook Vanmarcke en Van Hooydonck werden met datzelfde probleem geconstateerd. Uiteraard is er bij Van den Berg sprake van een enorme klap in het gezicht.
“Ik had nog minstens tien jaar prof willen zijn, nog een paar keer de Tour willen rijden, een koers willen winnen. Ik had ook nog graag in één ploeg willen rijden met mijn broer Marijn. Maar dat is me helaas niet gegeven. Dat verwacht je niet als je 25 bent. Dat was heel erg lastig.”