De Kempenaar was in de junioren-categorie van het veldrijden niet meteen een absolute topper, maar maakte jaar na jaar wel enorm veel progressie. Bij de beloften stond hij er dan ook meteen en al snel volgde de overstap naar de profs. Die werd een enorm succes. Zijn eerste grote zege volgde in 2013 op de Koppenberg tegen niemand minder dan Sven Nys.
Doorheen zijn (veldrit)carrière zou Van Aert meermaals op de beresterke Mathieu van der Poel botsen. Maar die titanenstrijd maakte hem alleen maar sterker. Zo pakte hij tot dusver al drie wereldtitels in het cyclocross. Ondertussen ging hij ook steeds vaker wedstrijden op de weg betwisten. Dat leidde in 2016 tot zijn eerste grote zege door viervoudig wereldkampioen tijdrijden Tony Martin te kloppen in de proloog van de Ronde van België. Daarna volgden nog meer succesjes in kleinere koersen en stak hij steeds vaker de kop aan het venster in de semi-klassiekers.
Eind 2019 verbrak Van Aert zijn contract bij Veranda's Willems-Crelan om de overstap naar Jumbo-Visma te kunnen maken. De nasleep van die breuk zou nog lang duren, maar het bleek de juiste keuze. Na enkele fraaie ereplaatsen in het voorjaar, brak Van Aert door op het wereldtoneel met zijn eerste ritzege in de Ronde van Frankrijk. Die Tour eindigde echter abrupt na een zware val waarvan hij maanden zou moeten revalideren.
WVA keerde evenwel sterker terug dan ooit tevoren. Vlak na de corona-break won hij de Strade Bianchi en Milaan-Sanremo, gevolgd door onder meer twee Tour-ritten en zijn tweede Belgische tijdrittitel. In 2021 stond er helemaal geen maat meer op Van Aert. Naast een pak ereplaatsen smukte hij zijn voorjaar op met zeges in Gent-Wevelgem en de Amstel Gold Race.