Het lijkt overal hetzelfde verhaal: want zowel in Parijs-Nice als Tirreno-Adriatico is het verschrikkelijk slecht weer. En dat is uiteraard nefast voor de renners. Van Mathieu van der Poel is algemeen geweten dat hij zeker geen fan is van zulk regenweer, en hij zit dan toch al met de nodige schrik.
Vrees voor ziekte
Daarover wond hij geen doekjes bij de start van de vierde etappe. Daags voordien regende het pijpenstelen en dat staat ook donderdag op het menu. In Spanje – waar Van der Poel een buitenverblijf heeft – zal het vermoedelijk een pak beter zijn. “Daar heb ik ook al aan gedacht”, knipoogt de Nederlander enigszins groen. “Het was gisteren een verschrikkelijke dag.”
Het lichaam krijgt zo ook veel te verduren, en moeten de renners extra opletten om niet ziek te worden. En die vrees draagt Van der Poel toch mee. “Ik ben daar wel mee bezig, ja. Dat zou echt funest zijn voor het voorjaar. Hopelijk valt het vandaag beter mee, maar het ziet er weer niet super uit. Maar goed, veel kunnen we daar niet aan doen.”
Dan is het inderdaad maar hopen dat het allemaal goedkomt, want de grote klassiekers staan nu echt wel voor de deur met volgende week al Milaan-Sanremo. Om daar op zijn allerbest te zijn wil Van der Poel zich deze week nog laten zien in de Tirreno.
Frustratie
Woensdag zag hij een mooie kans op ritwinst, maar werd dat uiteindelijk een frustrerend verhaal nadat hij ingesloten geraakte in de sprint. “Frustrerend, want ik voelde dat ik nog de benen had. Het waren goeie inspanningen, maar het doel was om de rit te winnen. Bovendien was het ook mijn grootste kans op ritwinst deze week.”
Eigenlijk wou het evenwel niet tot een sprint laten komen, maar zijn demarrage op de slotklim reikte niet ver genoeg. “De klim was niet zwaar genoeg om grote gaten te slaan. In de finale wilde ik dan graag sprinten, maar ik werd ingesloten met nog 150 tot 200 meter te gaan.''