Mathieu van der Poel maakte afgelopen weekend zijn terugkeerd in het veld, precies een week voor het WK. En hij domineerde als vanouds. Best straf, want zo bleek de rib van de Nederlander niet gekneusd maar wel gebroken.
Zorgen omtrent ribbreuk
Helemaal verdwenen zijn de zorgen omtrent die ribbreuk dan ook nog niet. Dat vertelde Van der Poel zelf na de wedstrijd in Hoogerheide, waar hij zijn perfect rapport van deze winter relatief makkelijk in stand kon houden. “De gebroken rib is nog niet volledig genezen”, klonk het. “Ik laat het behandelen met een Indiba-toestel, dat de botgroei stimuleert, zodat mijn rib sneller weer aan elkaar groeit.”
Voorts is er volgens Van der Poel weinig aan te doen, maar hij heeft ook ergens geluk. Het blijkt een van zijn bovenste ribben te zijn die gebroken is, zodanig dat hij er weinig last van ondervindt op de fiets. “De pijn op de fiets valt mee.”
Zodoende heeft de reeds zesvoudige wereldkampioen dan ook vertrouwen voor Liévin, al is dat nooit weggeweest. “Op het WK zal het me denk ik niet hinderen. Ik heb ook nooit getwijfeld aan mijn deelname, desnoods zou ik starten met pijn.”
Het lachen vergaan
Overigens maakte Van der Poel zijn blessure – zonder het zelf te beseffen – nog erger in Besançon, de wedstrijd na Loenhout waar hij tegen het paaltje reed. “De dokters denken da de rib eerst gebarsten was en dan in Besançon is gebroken.”
Daar begon hij dan ook last te ondervinden en bracht hij ploegleider Christoph Roodhooft op de hoogte. “Ik zei hem dat het moeilijk zou zijn om nog te kunnen crossen. Hij was er nog half mee aan het lachen, maar ik voelde dat het serieus was.”