We konden afgelopen weekend genieten van twee mooie edities van Milaan-San Remo. Want zo was er voor het eerst sedert 1995 immers ook opnieuw een wedstrijd voor vrouwen, een race die nu zeer gelijkaardig is met die van de mannen. Een kleinere afstand weliswaar, maar wel een finale met Cipressa en Poggio en de andere capi.
Grote financiële kloof
Desondanks gaapt er een immense kloof wat betreft het prijzengeld tussen mannen en vrouwen in Milaan-San Remo. Bij de winnaar spreken we zo bijvoorbeeld over 1/10 van het bedrag dat de winnaar bij de mannen – in dit geval dus Mathieu van der Poel – krijgt. De Nederlander mag alweer 20.000 euro bijschrijven op de bankrekening.
Dat terwijl de winnares bij de vrouwen – landgenote van Van der Poel, Lorena Wiebes –amper 2.256 euro krijgt voorgeschoteld door de Italiaanse organisatie. Het wordt nog straffer: want zo krijgt de volledige top 20 bij de dames bijna evenveel als de nummer twee bij de mannen. 10.260 euro tegenover 10.000 euro enkel en alleen voor Filippo Ganna bij de mannen.
Het staat eigenlijk compleet haaks op de trend die zich al enkele jaren voltrekt in de topsport. Ook in het wielrennen gingen ze daarin mee. Bij Flanders Classics besloten ze in 2022 al om het prijzengeld in De Ronde van Vlaanderen gelijk te trekken.
Daarbij hield het evenwel niet op. Een jaar later – in 2023 – werd het 'Closing The Gap’-project opgestart door Flanders Classics.
Eerste regelverandering van die organisatie: het prijzengeld van alle wedstrijden van Flanders Classics gelijktrekken voor mannen en vrouwen. Sedert zo’n twee jaar verdienen de vrouwen daar dus evenveel als de mannen.
De winnaar ontvangt 20.000 euro.
Vollering kaart probleem aan
Dat voorbeeld werd tijdens de eerste editie van Milaan-San Remo voor dames dus nog niet opgevolgd. We weten intussen alvast dat dit niet naar de zin was van Demi Vollering. “We krijgen, en dat is wel teleurstellend, hier maar 11 procent van de mannen. Dat is een wel heel groot verschil”, klonk het niet onterecht.
Het is volgens de Nederlandse maar hypocriet om het verschil tussen mannen en vrouwen zo hoog te leggen. “Niemand van ons start hier voor het prijzengeld, maar als er gesproken wordt over gelijke kansen, willen we die ook wel echt krijgen.”
Vollering trok dan ook de conclusie dat er nog flink wat werk op de plank ligt en dat het vrouwenwielrennen toch nog steeds met kinderziektes te maken krijgt. “Dat zit ‘m ook in kleine dingen, zoals het prijzengeld. Het laat wel zien dat we er nog niet zijn. Er is nog een hoop werk te doen.”