Vooraleerst verlekkert ook de Italiaan en zelf ex-wereldkampioen zich op de wedstrijd. “Het wordt een droom van een WK. Het doet me veel denken aan de Olympische Spelen van 2004 in Athene, met de overgang van de Tour essentieel voor de voorbereiding. Maar nu is het wielrennen anders. Remco Evenepoel, Tadej Pogacar, Wout Van Aert en Mathieu Van der Poel doen wat ze willen. Neem Evenepoel: hij wint in San Sebastian door aan te vallen met nog 70 kilometer te gaan”, klinkt het in La Gazzetta dello Sport.
Met Evenepoel is een eerste naam gevallen die Bettini van naderbij bekijkt. Hij ziet zowel een voor- als nadeel voor de uittredende wereldkampioen. “Remco moet zijn kaarten dus vroeg op tafel leggen en daarin heeft hij misschien wel een perfecte bondgenoot met Pogacar, die ook niet kan wachten. Alleen: als het regent, heeft Evenepoel niet de scherpzinnigheid van anderen.”
VAN AERT
Maar voor Bettini is Evenepoel niet dé te kloppen man zondag, dat is wel een landgenoot van hem: Wout van Aert. “Ik zeg met klem: Van Aert. Hij krijgt een beetje kritiek omdat hij dit jaar bij een fantastisch Jumbo-Visma altijd een beetje heeft gefaald. Maar Van Aert wordt de fundamentele man voor België”, is de Italiaan overtuigd.“Als er een sprint van komt, moeten ze hem beschermen. Meer dan Jasper Philipsen? Ja. Dit is zijn grote kans en die verdient hij. Hij kan het WK ook zwaar laten maken. Iemand als Van Aert is zeker niet bang om volle bak te rijden, integendeel. Zelfs na zeven uur en 271 kilometer kan hij met 100 renners een sprint winnen.”