Het klassiekerseizoen blijft maar doordenderen in wielerland en zondag is het al weer tijd voor de Amstel Gold Race. Die koers brengt de nodige herinneringen boven, want op 21 april 2019 gaf Mathieu van der Poel het startsein voor een heus nieuw tijdperk.
De klasbak van Alpecin-Fenix bevond zich in geslagen positie, ver achter de koplopers Julian Alaphilippe en Jakob Fuglsang. Hij besloot de achtervolging echter (in zijn eentje) in te zetten en warempel: na een krachtsinspanning van jewelste won hij de klassieker.
PRIJS VOOR DE STRIJDLUST
Ook Amstel-koersdirecteur Leo van Vliet had dat niet verwacht. Hij had net besloten om de prijs voor de strijdlust (de Herman Krott Trofee) uit te delen aan Van der Poel. In gesprek met het Algemeen Dagblad haalt hij zich het moment voor de geest: "Ook ik had Van der Poel na zijn eerste mislukte aanval op de Gulperberg niet meer gezien vanuit de auto. Het was ook niet echt duidelijk welke renner die prijs anders zou moeten krijgen. Want Fuglsang en Alaphilippe reden op kop allebei ongeveer even hard. Ik dacht vooral: het is toch leuk voor de mensen als ze Van der Poel nog even op het podium kunnen zien."
SLECHTS TOP 10
Zijn gebrek aan vertrouwen valt best te begrijpen, want ook Van der Poel zelf geloofde er eigenlijk niet meer in toen hij 12 kilometer voor de finish een demarrage plaatste: "Toen ik eindelijk voor de Bemelerberg weg raakte met die mooie groep dacht ik: het zal voor top 10 worden. Op het stuk na de Bemelerberg heeft de groep echt voorbeeldig rondgedraaid. Pas daarna deed ik vooral het kopwerk. Ik was niet bezig met wie er in mijn wiel zaten, maar meer wie er voor mij kwamen."
"Of ik nou vijfde of achtste was geworden, daar had ik niet wakker van gelegen", aldus 'MVDP'. "Het is dat ik renners zag als Kwiatkowski, dat ik vol ben blijven rijden. Ik had altijd mikpunten. Eigenlijk dacht ik in de voorlaatste bocht: misschien nog podium. Pas vanaf de laatste linkse bocht zag ik de twee koplopers (Alaphilippe en Fuglsang, red.) rijden. Toen dacht ik: die gaan er nog wel aan."
Het onmogelijke gebeurde: Van der Poel won. En dat was het beste wat de Amstel Gold Race kon overkomen, want de koers (vooral: het parcours) kwam steeds meer onder vuur te liggen. Die kritiek verstomde opeens. Van Vliet: "Ik heb altijd gezegd, ook toen al: de renners maken de koers. Ploegleiders legden de koers gewoon lam en wachtten. Het is hetzelfde als bij een massasprint. Dan doen ook een heleboel ploegen niets, terwijl er ook dan maar één kan winnen. Vandaag de dag hebben we een heel ander type renners gekregen, die van 50 of 70 kilometer aanvallen. Mannen als Van Aert, Evenepoel, Alaphilippe, Pogacar en ook Pidcock. Van der Poel is het beste wat de Amstel kon gebeuren."