'You either love him or you hate him', is een credo dat vaak gebruikt wordt bij grote kampioenen. Maar in het geval van Julian Alaphilippe is het heel moeilijk om niet van hem te houden. De guitige Fransman is een erg sympathieke verschijning met een vlotte babbel en toegankelijke houding. Maar hij kan vooral enorm snel en goed met de fiets rijden.
Net zoals heel wat andere hedendaagse toppers op de weg, begon Alahilippe zijn carrière als cyclocrosser. Tijdens het WK van 2010 behaalde hij zelfs een zilveren medaille in de juniorencategorie. Maar al snel werd duidelijk dat zijn toekomst op de weg lag. Nadat hij zich liet opmerken op de Franse wegen, maakte Alaphilippe in 2013 de overstap naar de toenmalige opleidingsploeg van Patrick Lefevere. Die besefte meteen dat hij een ruwe diamant in zijn handen had. Iets wat ook bleek toen de renner de overstap maakte naar de grote Quickstep-ploeg. In zijn tweede seizoen verbaasde de Fransman er met tweede plaatsen in de Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik.
In 2016 won hij dan weer de Ronde van Californië en greep hij nipt naast een Olympische medaille. De doorbraak aan de absolute wereldtop volgde evenwel pas in 2018. In de Waalse Pijl pakte Alaphilippe zijn eerste grote klassieke zege. Vervolgens bevestigde hij in de Tour met twee ritzeges en de bolletjestrui. Een jaar later was hij helemaal niet meer bij te houden. In het voorjaar schitterde het goudhaantje met zeges in de Strade Bianchi, Milaan-Sanremo en Waalse Pijl. In de grote ronde van zijn eigen land pakte Alaphilippe dan weer twee ritten én droeg hij liefst 14 dagen de gele trui.
In 2020 legde de Fransman dan weer beslag op die andere iconische trui. Zo snelde hij in Imola naar de wereldtitel, iets wat hij een jaar later zou herhalen in Leuven. Ook deed de kopman van Quickstep een gooi naar de eindzege in de Ronde van Vlaanderen, een botsing met een motard besliste daar evenwel anders over. Maar in de toekomst volgen ongetwijfeld nog voldoende kansen om dit recht te zetten én de andere gaatjes om zijn palmares te vullen.