Er rijdt een zeldzaam soort renner in het huidige peloton. Een ras dat we de afgelopen 50 jaar nauwelijks gezien hebben. Iemand die werkelijk alles wint of kan winnen, van klassiekers tot kleine en grote rondes. Tadej Pogacar is zijn naam.
Ongekend fantastisch zijn ze als renner: Wout van Aert, Mathieu Van der Poel, Julian Alaphilippe, Primoz Roglic, Jonas Vingegaard en (hopelijk ook nog) Egan Bernal. Fenomenen waren het als (bijna) oud-renner: Tom Boonen, Philippe Gilbert, Fabian Cancellara, Chris Froome, Alberto Contador, Johan Museeuw, Miguel Indurain, Paolo Bettini, Bradley Wiggins en tutti quanti. En toch komt niemand van hen in de buurt van de uiterst veelzijdige mogelijkheden die een jonge kerel uit het Sloveense Klanec al 3,5 profjaren lang etaleert. Hij is overall outstanding.
De voorbije twee jaren won Pogacar geel, wit en bollen in de Tour. Drie truien voor de prijs van één. De kans dat hij dit in de Tour van 2022 opnieuw doet is niet onbestaande. Straffer nog: groene trui Wout van Aert noemt Pogacar zijn strafste concurrent voor het puntenklassement. De Pletwals van Herentals zal het normaal gezien niet zo ver laten komen, maar mocht hij door pech of ziekte uitvallen wordt het plots wel reëel.
Er was er maar eentje in de Tourgeschiedenis nog straffer. Niet toevallig was dat Eddy Merckx. Hij won in 1969 geel, groen en bollen. Mocht de witte trui bestaan hebben, had hij daar ook recht op want hij was 24 jaar. De jaren erna zou hij vaak twee truien winnen.
Ook Bernard Hinault won ooit drie truien. Eentje daarvan was wel de ‘combiné’, een vestimentaire symbool dat je de meest regelmatige was in de verschillende klassementen. Een spuuglelijk lapjesvest, dat enkele jaren later ook weer werd afgevoerd.
Hoe het ook zij. Als je het vergelijkingsmateriaal al moet gaan zoeken in de diepe jaren ’70 en ‘80, dan is de conclusie duidelijk: Pogacar is een uitzonderlijk renner. Vooral ook omdat hij al aan zijn truiencollectie is begonnen op zijn 21ste. Hier doet hij zelfs beter dan Merckx en Hinault, want zij waren beiden 24 jaar oud toen ze de Tour op hun naam schreven.
Maar er is meer. De Sloveen excelleert op alle terreinen, ook in de klassiekers. Dat hij de klimklassiekers kan winnen liet hij zien in de Strade Bianche, Luik-Bastenaken-Luik en de Ronde van Lombardije. Dat hij ook naar mogelijke kasseiwinsten kan knallen zagen we in de Ronde van Vlaanderen en vorige week in de halve Parijs-Roubaix naar Arenberg.
Kortom: Pogacar is nauwelijks 23 jaar maar heeft in zijn 3,5 jaar als prof getoond dat hij zonder uitzondering overal de beste is of minstens kan worden.
Merckxiaans mag je het (nog) niet noemen, omdat de allergrootste uit Meensel-Kiezegem al zijn prestaties in meervoud overdeed. Zover is het wonderkind van UAE nog lang niet. Pogacariaans is het wel. Deze kerel heeft – als de liefde voor de fiets blijft en pech hem niet nekt – nog minstens 12 à 13 jaren profcarrière voor de boeg. Dat is hallucinant, zijn huidige erelijst is nu al zo lang.