Komende zaterdag is het zover: dan staat met de Giro d’Italia de eerste grote ronde van het jaar op het programma. Drie weken lang ploeteren door het Land van de Laars, met één absolute topfavoriet. Wij blikken vooruit!
In Venaria Reale start zaterdag de 107de editie van La Corsa Rosa. Drie weken lang strijden de renners om de Trofeo Senza Fine, al zal een groot deel van het peloton al snel weten waar het aan toe is. Er is namelijk ene Tadej Pogacar van plan om zijn derde grote ronde te winnen.
Op vlak van sprinters – die wij uitgebreid in een andere voorbeschouwing gaan behandelen – is er voor België nog veel te halen. Tim Merlier trekt namelijk naar Italië en mag zich tot nu toe dit jaar de snelste man op twee wielen noemen. Daarover later dus meer.
De eerste
De Giro d’Italia werd in 1908 bedacht en in 1909 voor het eerst verreden. De fameuze Italiaanse sportkrant La Gazzetta Dello Sport, bekend vanwege haar roze kleur, maakte bekend dat er een tegenhanger van de Tour de France zou komen.
De eerste editie kende acht etappes, waarin 2.448 kilometer werden afgelegd. Het eindklassement werd toen nog gemaakt op basis van punten en Luigi Ganna werd de eerste winnaar van de Italiaanse etappekoers.
In totaal wonnen drie renners de Giro vijf keer: de Italiaanse wielerlegendes Alfredo Binda en Fausto Coppi worden in dat rijtje, hoe kan het ook anders, vergezeld door de beste coureur aller tijden Eddy Merckx.
De laatste
De editie van 2023 kon voor België ook zomaar eens een fraaie worden. Regerend wereldkampioen Remco Evenepoel had zijn deelname aan de Giro bevestigd en ging in de eerste rit al eens de puntjes op de i zetten.
De Belgisch kampioen versloeg thuisfavoriet Filippo Ganna in de openingstijdrit en gaf enkele dagen zijn roze leiderstrui weg aan Andreas Leknessund. In de achtste etappe kreeg Evenepoel richting Fossombrone dan een tik van die andere topfavoriet Primoz Roglic. Ondanks dat de ‘Aerokogel van Schepdaal’ de tijdrit daags voor de eerste rustdag won, was het met amper tijdverschil ten opzichte van de rest.
De reden daarvan was duidelijk: met een coronabesmetting moest Evenepoel – als drager van de Maglia Rosa – de Giro verlaten. In het vervolg bleven drie favorieten voor het klassement over: João Almeida, Roglic en Geraint Thomas. De Brit leek aan het langste eind te trekken, tot de klimtijdrit naar Monte Lussari op de voorlaatste dag kwam.
In de buurt van Slovenië wist Roglic zich gesteund door zijn landgenoten. De renner van Jumbo-Visma kreeg op het geitenpad te maken met materiaalpech, maar zelfs ondanks dat was hij veruit de sterkste en schreef hij voor een eerste – en misschien wel enige keer – de Giro d’Italia op zijn naam. De Giro werd fraai afgerond door Mark Cavendish, die in Rome won.
De route
De editie van 2024 belooft een veelzijdige te worden. De start in Piëmonte is alvast zwaar, want op de eerste dag volgt de Colle della Maddalena op weg naar Torino, waar ook nog de ultrasteile beklimming richting San Vito op het menu staat. Daags nadien finisht men aan het heiligdom van Oropa, waar Marco Pantani en Tom Dumoulin in het verleden geschiedenis schreven.
Wellicht volgt in Fossano op dag drie de eerste massasprint, al is de finale daar ook nog verraderlijk lastig. Hetzelfde valt te zeggen voor de vierde rit richting Andora, want de Capo Mele – bekend van dat koerske in maart – wacht op enkele kilometers van de finish.
Na een sprint in Lucca komen de ‘clasicomano’s’ weer aan hun genot, want richting Rapolano Terme wacht een etappe met onverharde stroken en veel heuvels. Een zware tijdrit richting Perugia, tweede aankomst bergop in Prati di Tivo en heuvelachtige rit in en rond Napoli ronden de openingsweek af.
PROFIEL RIT 7 – TIJDRIT
Daags na de eerste rustdag is het opnieuw bergop te doen, op een lange klim richting Cusano Mutri. Via een sprintersrit gaan we naar een etappe waarin de beklimmingen niet hoog zijn, maar wel des te meer pijn kunnen doen op weg naar Fano.
Een spurtersetappe en tijdrit richting het Gardameer vormen een tweeluik richting de apotheose van de tweede Giro-week: een rit over de Mortirolo (de ‘makkelijke’ zijde) en de Passo di Foscagno, om voor het eerst ooit te finishen op de Mottolino boven Livigno.
PROFIEL RIT 15
Na de tweede rustdag wacht hare majesteit – tenminste, als het kan doorgaan vanwege de sneeuwmassa – de Stelvio. Echter gebeurt dit in een vreemde vorm; op de top van de Stilfserjoch zijn er nog 150 kilometer te gaan tot de finish in Sankt Christina in Gröden.
PROFIEL RIT 16
De slotweek belooft, zoals altijd, een zeer bergachtige te worden. De zeventiende rit herbergt de Passo Sella, Passo Rolle en twee keer (de tweede maal inclusief aankomst) de Passo del Brocon. Via een vlakke rit richting Padova volgt dan de apotheose, die ingeluid wordt met een klimmersetappe voor de echte aanvaller richting Sappada.
Het toetje mag er zijn, al zullen sommige renners wellicht nog steeds op hun honger zitten: de voorlaatste rit van Alpago richting Bassano del Grappa herbergt tweemaal de loodzware Monte Grappa, alleen een aankomst bergop kunnen we niet optekenen. In Rome volgen dan de plichtplegingen en een massaspurt om de 107de Giro af te ronden.
PROFIEL RIT 20
De favoriet
Als hij start, is Tadej Pogacar enkel geen topfavoriet als Mathieu van der Poel in een eendagskoers in bloedvorm steekt of als Jonas Vingegaard een grote ronde aanvangt. Beide zijn niet het geval, dus kan Pogacar zich drie weken lang in een ware Italiaanse speeltuin begeven.
De vraag is echter of Pogi zich niet beter wat zou inhouden in Italië, met het oog op een Tour-deelname – waar Vingegaard waarschijnlijk ontbreekt of totaal niet fit is vanwege zijn kwetsures na een harde val in het Baskenland – en een mogelijke dubbel, voor het eerst sinds Marco Pantani dit in 1998 deed.
Pogacar heeft een prima ploeg voor de Italiaanse rittenkoers, want met Rafal Majka en Domen Novak heeft hij twee uitstekende klimknechten en Mikkel Bjerg en Felix Großschartner zullen ook hun mannetje kunnen staan. Buiten dat is de Sloveen als kopman zelf natuurlijk drie klassen beter dan de rest.
De outsiders
De grootste tegenstand mogen we misschien wel verwachten van de renner met rugnummer 1: de nummer twee van de vorige Giro, Geraint Thomas. Echter is de vraag hoe lang de Welshman, die op de voorlaatste dag van deze editie 38 jaar oud zal worden, het nog volhoudt op dit niveau.
Hij krijgt met Thymen Arensman een knecht mee die zelf vorig jaar zesde werd, terwijl Tobias Foss in de Tour of the Alps ook liet zien prima in orde te zijn. Als we op volgorde van rugnummers gaan kijken, is de eerste andere favoriet die aan bod komt Daniel Felipe Martínez. De Colombiaan maakte dit jaar al indruk in de Volta ao Algarve en werd in de Giro van 2021 vijfde.
Ben O’Connor dan. Goed in vorm met telkens een plaats bij de beste vijf in de UAE Tour, Tirreno-Adriatico en Tour of the Alps en dit jaar al twee zeges bijschrijvend. Wat kan de nummer vier van de Tour de France van 2021?
Voor de rest kunnen we echt uitgaan van enigma’s: er valt niets voorspellends te zeggen over wat Romain Bardet, Hugh Carthy, Juan Pedro López, Luke Plapp, Nairo Quintana, Antonio Tiberi en Cian Uijtdebroeks gaan doen als het gaat om een Italiaans klassement.
De sterren
****
Tadej Pogacar
***
Ben O’Connor & Geraint Thomas
**
Romain Bardet, Daniel Felipe Martínez & Antonio Tiberi
*
Thymen Arensman, Juan Pedro López, Nairo Quintana & Cian Uijtdebroeks
De televisie
De Giro d’Italia is volledig live, letterlijk iedere kilometer, te volgen via Eurosport en – nu nog – Discovery+. Vanaf juni verandert Discovery+ in HBO Max.
Viva Il Giro, geniet van drie weken Italië!