Remco Evenepoel en Tadej Pogacar winnen al vanaf hun debuut bij de profs alles wat los en vast zit. Dat creëert een zorgwekkende tendens, zegt Sergio Higuita.
Zijn woorden worden breed uitgemeten door El Colombiano. Higuita werd zelf in 2016 reeds prof, bij het Colombiaanse Manzana Postobón. Hij ziet echter dat tegenwoordig de absolute topploegen ontzettend jonge renners verleiden in hun ploeg te komen rijden. Geen goed idee, volgens de klimmer. "We gaan een fase in waarin de druk op die jonge renners steeds groter wordt. Sommigen zullen eraan onderdoor gaan."
Niet alleen Evenepoel en Pogacar, ook Juan Ayuso liet al op jonge leeftijd zien hoe goed hij was. In september werd hij op 19-jarige leeftijd derde in de Ronde van Spanje. "Zij geven het slechte voorbeeld; door op zulke leeftijden zo enorm goed te presteren - ik wil ze zelf niet bekritiseren trouwens - denken alle teams dat enkel jonge renners nog goed presteren en niet de oudere."
NIET VOOR IEDEREEN HETZELFDE
Met name in Colombia gaat dat ook verkeerd, analyseert Higuita. "Met mannen als Nairo Quintana en Rigoberto Urán kun je het ook nog steeds goed doen. Maar iedereen wil maar de nieuwe Pogacar, de nieuwe Evenepoel, et cetera. Niet iedere jonge coureur kan even goed worden als zij, met hun exceptionele talent. Jongeren moeten eerst stappen leren maken in kleinere ploegen." De renner van Bora-Hansgrohe haalt niet alleen zichzelf als voorbeeld aan, ook Egan Bernal en Daniel Felipe Martínez passeren de revue.
Higuita doet dan ook een oproep aan de World Tour-ploegen. "Ze contracteren renners buiten Europa, die nog nooit op het Europese continent hebben gekoerst. Niet iedereen past zich goed aan, maar de ploegen hebben geen geduld. Dat zorgt voor verkeerde beslissingen. Pas alsjeblieft het beleid aan."