Mathieu van der Poel beëindigde zijn seizoen met enkele gravelritjes, een discipline die de Nederlander zeer erg aanspreekt. Niet zomaar enkele afspraken, want zo stond er afgelopen weekend het eerste WK gravel op het programma. VdP wist daar de bronzen medaille mee te graaien.
En dat deed de renner van Alpecin-Deceuninck na een werkelijk impressionante prestatie. Dat valt af te leiden uit zijn cijfers die op Strava verschenen. Van der Poel reed een gemiddelde van 326 watt, amper 2 watt lager dan zijn gewonnen Ronde van Vlaanderen van 2021. Volgens In de Leiderstrui voor MVDP is dat zo’n gemiddelde van 4,35 watt per kilogram.
Zijn piekvermogen laag daarnaast bovendien op 1542 watt. Een vermogen dat hij zelfs in de gewonnen Strade Bianche van 2021 niet haalde. Die piek haalde hij in de sprint om de derde plaats, om maar aan te tonen dat er dus nog wel wat in tank zat.
NOG STRAFFER
Vrijdag stond er dan nog een gravelrave op het programma in Veneto, en daar waren de cijfers van Van der Poel zo mogelijk nóg straffer dan op het WK. Een gemiddelde van 348 watt tijdens de koers, met onder meer een piek van 1499 watt. Kanttekening is wel dat er in Veneto een pak minder hoogtemeters waren dan op het WK. Zo kon Van der Poel een gemiddelde halen van 41,1 kilometer per uur voor zo’n 195 kilometer koers.
En dat deed de renner van Alpecin-Deceuninck na een werkelijk impressionante prestatie. Dat valt af te leiden uit zijn cijfers die op Strava verschenen. Van der Poel reed een gemiddelde van 326 watt, amper 2 watt lager dan zijn gewonnen Ronde van Vlaanderen van 2021. Volgens In de Leiderstrui voor MVDP is dat zo’n gemiddelde van 4,35 watt per kilogram.
Zijn piekvermogen laag daarnaast bovendien op 1542 watt. Een vermogen dat hij zelfs in de gewonnen Strade Bianche van 2021 niet haalde. Die piek haalde hij in de sprint om de derde plaats, om maar aan te tonen dat er dus nog wel wat in tank zat.
NOG STRAFFER
Vrijdag stond er dan nog een gravelrave op het programma in Veneto, en daar waren de cijfers van Van der Poel zo mogelijk nóg straffer dan op het WK. Een gemiddelde van 348 watt tijdens de koers, met onder meer een piek van 1499 watt. Kanttekening is wel dat er in Veneto een pak minder hoogtemeters waren dan op het WK. Zo kon Van der Poel een gemiddelde halen van 41,1 kilometer per uur voor zo’n 195 kilometer koers.
