Maar toch heeft Van Avermaet het er zichtbaar moeilijk mee dat hij straks wielrenner af is. "Het is een beetje raar om het nu echt uit te spreken", zegt hij immers tegenover de camera’s van Sporza. "Het was een moeilijke beslissing omdat ik het nog altijd heel graag doe. Het is altijd mijn passie geweest. Ik ben er al 20 jaar mee bezig."
Want Van Avermaet had nog steeds groot plezier in het fietsen."Ik had het voor mezelf al even beslist. Het is raar om daarna op training te vertrekken en te beseffen dat dat volgend jaar niet meer moet. Want ook dat doe ik nog graag. Trainen is geen opgave. En ook koersen zelf niet.”
REALISTISCH
De Olympische kampioen van 2016 had dus nog maar wat graag verder gedaan maar is realistisch. "Het is eigenaardig. Maar zo gaat het in een sportcarrière. Je kan dat niet doen tot je 65e. En dat is maar goed ook "Ik wou zo lang mogelijk blijven koersen, maar je stopt beter als je het nog graag doet. Ik word iets ouder en de resultaten zijn iets minder. Koersen voor de zege is veel plezanter dan koersen voor plek 30. Je moet ook realistisch zijn. De laatste maanden waren niet meer wat ik er van verwacht had”, velt hij een eerlijke maar daarom niet minder pijnlijke analyse.
En ook voor de toekomst zit Van Avermaet met de nodige twijfels. Hij heeft schrik om plots niets om handen te hebben, zo zegt hij zelf. "Het zwarte gat? Daar ben ik wel bang voor. Dat is ook normaal. Het zou raar zijn als dat niet zo was. Ik heb iets heel graag gedaan en dat stopt nu. Ik denk dat ik het heel moeilijk ga hebben, en dat is geen schande."