Al zeker in de eindstand. Zo werd Dylan Teuns dan wel knap vierde, maar was hij daarmee meteen ook de enige Belg in de top tien. Dat gebeurde nog maar één keer eerder in de geschiedenis van de Ronde. Dat met Johan Museeuw in 1995, maar die kwam toen wel als eerste over de meet. Volgens Teuns had er echter nog wel meer ingezeten voor zichzelf.
Na de wedstrijd klonk het bij de renner van Bahrein-Victorious dat hij te ver zat op de Koppenberg, waardoor hij niet meteen de aansluiting kon maken bij Pogacar en Van der Poel. In De Tribune, de podcast van Sporza, stelde José De Cauwer zich toch vragen bij deze uitlege. "Teuns was goed, maar waarom zeg je dan dat je te ver zat? De Belgen hebben toch voldoende parcourskennis?”, klonk het daar immers.
WASMACHINE
De Cauwer laat immers uitschijnen dat Teuns eerder niet genoeg in de tank had om de absolute toppers te kunnen volgen. "Als je vecht om vooraan te zitten bij de hellingen, dan zijn dat telkens extra inspanningen. Het gevecht naar de hellingen is telkens een soort wasmachine waar je van voor naar achter wordt geslingerd."
"Zo kom je al voor een stuk verzuurd aan de voet van de hellingen of toch zeker met een polsslag die hoger is dan die van renners die meer achteraan blijven zitten. Als je dan zegt dat je te ver zat, dan denk ik: het is het ene of het andere."