Milaan-San Remo kreeg afgelopen zaterdag een volledig nieuw gezicht. Waar de Italiaanse klassieker vaak pas op de Poggio of in een sprint beslist werd, lag het tempo dit keer al op de Cipressa moordend hoog.
Tadej Pogačar en Mathieu van der Poel maakten daar het verschil en reden al op meer dan twintig kilometer van de finish weg. Volgens analist en ex-renner Jan Bakelants moet dat Remco Evenepoel aan het denken hebben gezet.
Trendbreuk
“Er vond een aardverschuiving plaats,” stelt Bakelants bij HLN. “We hebben een trendbreuk gezien die zich de komende jaren kan doorzetten. Milaan-San Remo is geëvolueerd van een sprinterskoers naar een semi-klimkoers. De hele fysiologie van deze wedstrijd is veranderd.”
En dat moet Evenepoel hoop hebben gegeven, denkt de Belg. “Ik kan me inbeelden dat Remco thuis in zijn zetel zat te knarsetanden. Dit was een koerssituatie die hem had moeten liggen."
Evenepoel
"Een Evenepoel in topvorm had zeker mee kunnen schuiven met het koptrio. Dat zou de finale – met vier renners voor drie podiumplaatsen – een totaal andere dynamiek hebben gegeven.”
Bakelants ziet hierin vooral een reden voor Evenepoel om de komende jaren wél van start te gaan in La Primavera. “Waar hij tot vorige zaterdag misschien nog twijfelde of hij in deze wedstrijd ergens het verschil kon maken, zal hij nu overtuigd zijn dat het kan. Dit moet een enorme opsteker voor hem zijn geweest. Hij moet gewoon starten de volgende keer.”