Het seizoen 2025 is nog jong, maar de naam van Christian Scaroni valt op. De Italiaan van XSD-Astana was vorig jaar al een opvallende aanvaller, maar heeft zich deze winter op indrukwekkende wijze ontwikkeld tot een van de meest constante renners van het peloton. Met een reeks podiumplaatsen, overwinningen en een indrukwekkende vorm, stond hij als meest succesvolle renner van het jaar aan de start van Strade Bianche. Helaas eindigde zijn debuut daar in mineur na een valpartij, maar zonder grote gevolgen.
Nu Scaroni even een korte rustperiode neemt, is het een goed moment om terug te blikken op zijn onverwachte doorbraak én vooruit te kijken naar wat nog komen gaat.
Van outsider naar blikvanger in een paar maanden
Scaroni was eind 2024 al geen onbekende naam meer. In de Giro d’Italia was hij een van de meest aanvallende renners en hij verzamelde meerdere top 10-noteringen. Toch stond dat in schril contrast met zijn start van 2025. De 27-jarige renner begon zijn seizoen met een vijfde, tweede, tweede en derde plaats in de Challenge Mallorca en won vervolgens de Classic Var én het eindklassement van de Tour des Alpes-Maritimes. In de Trofeo Laigueglia kon alleen een ontketende Juan Ayuso hem van de overwinning houden.
De verwachtingen voor Strade Bianche waren dan ook hoog, maar Scaroni probeerde vooraf al te temperen. “Ik ben een renner die graag vanuit het zadel klimt, maar dat is op gravel niet makkelijk. Je moet constant druk houden, en daar was ik een beetje bang voor.” Zijn ploeggenoot Ide Schelling voorspelde het al: “Hij heeft de vorm van zijn leven, maar voelt zich niet comfortabel op het gravel.”
Alsof het lot ermee speelde, lag Scaroni na 81 kilometer in de berm. Ploeggenoot Alberto Bettiol was er als eerste bij om hem op te rapen. “Niet wat ik ervan had verwacht, een crash die me even weghoudt van de koers,” schreef Scaroni achteraf op sociale media. Gelukkig bleven breuken uit en kon hij na drie dagen alweer op de fiets stappen.
Een moeizame start als prof
Dat Scaroni nu op het hoogste niveau meedraait, is geen vanzelfsprekendheid. Zijn profcarrière kende een moeizame start. Hij werd in 2020 prof bij Gazprom-Rusvelo, maar kreeg te maken met tegenslagen: het door COVID-19 ingekorte seizoen, een zware armbreuk in 2021 en vervolgens de uitsluiting van de ploeg in 2022 na de Russische inval in Oekraïne.
“Vanaf 1 maart 2022 zat ik opeens zonder werk,” blikt Scaroni terug. “Als jonge prof moet je kilometers maken en ervaring opdoen, en dat kon opeens niet meer. Mentaal was dat zwaar. Ik heb zelfs overwogen te stoppen.” De Italiaanse wielerbond bood echter uitkomst door hem en andere ploegloze renners een kans te geven in nationale selecties.
Met twee ritzeges in de Adriatica Ionica Race viel hij op bij Astana, dat hem een kans gaf in 2023. “Sindsdien ben ik pas écht prof geworden,” zegt hij. “Ik zou niet weten wat ik anders had moeten doen. Ik hou van voetbal en AC Milan, maar als werk? Gelukkig hoef ik daar niet over na te denken.”
Nieuwe aanpak, nieuwe Scaroni
Scaroni’s doorbraak komt niet uit de lucht vallen. Astana besloot afgelopen winter de focus van zijn trainingen te verleggen. “Vorig seizoen had ik goede resultaten, maar winnen lukte nog niet. Mijn coach en ik besloten om meer op eendagskoersen te mikken, omdat Astana UCI-punten moet verzamelen voor de WorldTour-licentie.”
Dat bleek een gouden zet. Waar hij in 2024 nog veel rittenkoersen reed, richt hij zich nu volledig op klassiekers. “Ik train minder, maar gerichter. Als ik train, ga ik voluit. Op rustdagen focus ik me volledig op herstel.” De resultaten spreken voor zich: Scaroni won ineens wedstrijden en reed met de besten ter wereld mee. “Mensen dachten dat ik alleen in kleine koersen goed was, maar ik kon Ayuso volgen in Laigueglia en Buitrago in Valencia.”
Toch blijft hij realistisch. “Ik ga geen Tadej Pogacar volgen. We hebben al genoeg gezien dat renners zichzelf dan opblazen,” lacht hij.
De toekomst: kopman of knecht?
Met zijn opvallende route naar de top is er nog veel onduidelijk over Scaroni’s plafond. “Misschien weet ik na 2025 pas echt wat voor soort renner ik ben. Tot vorig jaar reed ik van alles, nu kan ik me echt focussen op mijn beste versie.”
Dat doet hij bewust bij Astana. “Ik had ergens anders kunnen tekenen, maar hier krijg ik de kans om voor eigen succes te rijden. Bij een grotere ploeg was ik misschien knecht geweest.”
Zijn doelen voor de rest van het seizoen zijn duidelijk: op 19 maart staat hij aan de start van Milaan-Turijn, gevolgd door de Settimana Coppi e Bartali en een hoogtestage op Tenerife. Daarna volgen de Waalse klassiekers en de Giro d’Italia, waar hij vol inzet op ritwinst. “Ik rijd graag in de aanval, ook al kost dat meer energie. Ik ben ook graag kopman, maar moet nog veel leren van renners als Diego Ulissi. Hij is een fantastisch mens met veel ervaring.”
Een klassementsrenner zal Scaroni voorlopig niet worden. “Ik wil eerst van deze rol genieten. Daarom sloeg ik Tirreno-Adriatico over. Een renner heeft ook rust nodig, ik heb al genoeg gekoerst.”