Samen met Jonas Vingegaard behoort Wout van Aert deze zomer opnieuw tot de speerpunten van Jumbo-Visma in de Tour de France. De Belgische renner uit Herentals sprak met het Franse blad l'Equipe over zijn doelen in de Ronde van Frankrijk en de ervaringen die hij er de afgelopen jaren heeft opgedaan.
In tegenstelling tot heel wat andere renners had Van Aert geen affiniteit voor de Tour de France als jonge renner. Het veldrijden was tijdens zijn jonge jaren immers veel belangrijker. "Het betekende niets voor mij. Ik was veldrijder sinds ik een jaar of acht was. De Tour was weliswaar op tv, maar ik kan me niet veel middagen herinneren waarop ik thuisbleef om ernaar te kijken. Alleen de klassiekers konden me thuis houden", vertelde hij.
Ondertussen nam de Belgische kampioen veldrijden al vier keer deel aan de grootste koers ter wereld. Op 28-jarige leeftijd groeide Van Aert uit tot één van de beste renners in het peloton, al kwam dat niet zonder slag of stoot. "Het belangrijkste is om te herstellen en elke dag op je best te zijn. Het is veel moeilijker dan in welke wedstrijd dan ook. Ik begreep tijdens mijn eerste Tour dat je soms een rustigere dag moet doorbrengen of moet accepteren dat je bijvoorbeeld een ontsnapping mist, om dan zo goed mogelijk te herstellen met het oog op een nieuwe poging de volgende dag."