In onze nieuwe rubriek ‘Monument’ brengen we eens in de maand een ode aan een renner die volgens ons niet vergeten mag worden. Toevallig staat zaterdag het eerste echte koersmonument voor de deur, Milaan-Sanremo. Een naam die in de recente geschiedenis direct komt opdraven, is die van een Duitse topper.
Het is begin 1993 als Tirreno-Adriatico opent met een traditionele Italiaanse etappe richting een arendsnest. In dit geval is het Fiuggi dat de finish verwelkomt. Later bekende namen op dergelijke aankomsten als Michele Bartoli en Davide Rebellin bijten in het stof als een kruising tussen een bonkige spurter en een te zware puncheur langs komt vliegen. De wielerwereld maakt kennis met Erik Zabel.
Uiteindelijk blijkt dit de tweede van een duizelingwekkend aantal van 146 professionele overwinningen in de lange loopbaan van ‘Ete’, die zelfs een aantal jaren de bijnaam Mr. Clean draagt. We weten hoe dat is afgelopen.
DAT GEDOEMDE TIJDPERK
Even voor de context: de jaren ’94 tot en met ’96 worden gekenmerkt door absolute dominantie van de beruchte Gewiss-ploeg. Een deel van het peloton weet waar het mee van doen heeft: ‘Die rijden op iets anders’, wordt er gedacht. Het zijn de EPO-jaren en de teamnaam van Gewiss wanneer Gabriele Colombo in ’96 winnend over de meet komt in Sanremo is nog het meest treffend: Gewiss – Playbus.
In 1996 komt er tegengas vanuit andere ploegen. De Tour van 1996 wordt gewonnen door ‘Monsieur 60 Pourcent’ Bjarne Riis en zijn Telekom-ploeg wordt de trots van wielerminnend Duitsland. Met twee uithangborden: de luie, maar schandalig talentvolle Jan Ullrich en de noeste arbeider Erik Zabel.

Tussen 1996 en 2001 kennen we de in Oost-Berlijn en dus DDR geboren coureur voornamelijk als groene truidrager in de Tour de France. Het duurt tot 2019 voor het recordaantal van 6 groene truien van de tabellen wordt geveegd door een monstertalent genaamd Peter Sagan. We weten dus met wat voor renner we hier van doen hebben.
SIGNORE SANREMO
Op 22 januari 1997 leren we ook een andere kant van Zabel kennen. Natuurlijk, er is dan al die zege in Parijs-Tours van 1994 op het palmares verschenen en dus een eendagskoers, maar La Primavera winnen is nog een ander verhaal. Dat is een Monument en niet voor niets: die staat boven alle andere afspraken tussen de spurters.
Peter van Petegem muist er vanonder op de Poggio, waarna Michele Bartoli hem vergezelt op de top. Uiteindelijk is het een koptrio dat in de afdaling wordt bijgebeend, op de Via Roma volgt een koninklijke sprint. Zabel werd in 1996 de koning van de sprint in de Tour en herhaalt dat kunstje aan de Ligurische kust. Terwijl rond plaats tien een deel van het peloton tegen de grond slaat, durft de Duitser zijn handen niet in de lucht te steken. Toch is het echt waar: Zabel is een monumentwinnaar.
Een jaar later controleert de Oost-Duitser een groep van een kleine 20 man om met stevige lendenrukken uit te pakken in de sprint en deze keer de handen wél ten hemel te gooien. Nadat ene Andrei Tchmil er in 1999 voor zorgt dat het peloton zich misrekent en de Duitse spurtbom tweede wordt, moet het in 2000 worden rechtgetrokken voor Ete.
Deze keer wordt de sprint voor Zabel perfect ingeleid en is er dan ook 200 meter lang geen twijfel wie de eerste editie van het nieuwe millennium naar zich toe trekt. Buiten die slipper in ’99 is de topper van Telekom 5 jaar lang ongenaakbaar, want ook in de iets minder zwaar gemaakte (door de renners) editie van 2001 toont hij zich de snelste tegenover bijvoorbeeld Mario Cipollini.
SIGNORE SANRE-NO
Het frappante van de hele erelijst van Zabel in de Italiaanse lenteklassieker is dat iedereen zich de Duitser herinnert aan die ene misser in 2004, in plaats van zich te verplaatsen in het ongekende succes dat hij rond de eeuwwisseling had in Sanremo.
Het is 20 maart 2004 als de leider in de wereldbeker Paolo Bettini, het jaar voorheen winnaar in de kustkoers, de debatten opent op de Poggio. Maar met een ‘Gruppo Compatto’ zoals dat in waanzinnig Italiaans heet wordt de legendarische haarspeldbocht bovenop de Ligurische puist genomen en dus is het weer tijd voor een sprint op de Via Roma.
Thuisfavoriet Alessandro Petacchi heeft met zijn wereldberoemde Fassa Bortolo-trein alles leeg geveegd tijdens de Giro d’Italia van 2003 en wanneer blijkt dat hij vooraan aanwezig is, lijkt de tegenstand bij voorbaat kansloos.
Dat is buiten Signore Sanremo Erik Zabel gerekend. De Duits kampioen van de Telekom-formatie kent de Via Roma als zijn broekzak en weet wanneer hij moet aangaan. Petacchi zet zijn spurt in, maar ziet direct de Duitser passeren. Die gaat op weg naar zijn vijfde winst in Sanremo en is daar zelf ook heilig van overtuigd. Hij gooit zijn handen de lucht in.
Hij tekent hiermee zijn eigen spreekwoordelijke doodvonnis. Rechts van hem is die kleine Óscarito, Óscar Freire, langszij gekomen. De Spanjaard van de Rabobank-ploeg mikt zijn wiel nog net voor het Zabelse voorwiel op de streep. Het levert de meest iconische finishfoto van deze eeuw op. “Je kunt toch niet op deze manier Sanremo verliezen met 15 jaar ervaring op zak?” vraagt de beroemde Italiaanse RAI-wielercommentator Auro Burbarelli zich live op de antenne af.

HIJ ZEI JA
Op de een of andere manier luidt dit ook stilletjes aan het einde in van een imposante loopbaan van Zabel. De sleet raakt erop, de explosiviteit aan de meet neemt af. Parijs-Tours en drie ritzeges in de Vuelta a España prijken daarna nog als vette vissen op zijn erelijst, maar eind 2008 is het gedaan met de carrière van een van de meest succesvolle Duitse wielrenners ooit.
In 2013 wordt de druk ook Erik Zabel te veel. Mr. Clean is niet meer, het gezicht van sportief DDR geeft toe tussen 1996 en 2003 EPO te hebben gebruikt. We kennen de verhalen van de ploeg-Walter Godefroot en verzorger Jef d’Hont maar al te goed. Het is een smet op een waanzinnige carrière, een eeuwig spel van wie deed het wel en wie deed het niet en vooral: maakte het wat uit als iedereen het toch deed? Laten we van die verhalen maar af blijven en Zabel toch de eer geven die hij verdient: tenslotte was ‘Ete’ namelijk toch ‘Signore Sanremo.’