De Nederlands domineerden het WK veldrijden van afgelopen weekend in Tabor. Fem van Empel en Mathieu van der Poel volgden zichzelf op als wereldkampioen bij de elite, maar ook bij de beloften ging Oranje aan de haal met het goud.
Tibor Del Grosso, actief bij bij het Development Team van Alpecin-Deceuninck, knalde in Tsjechië naar de wereldtitel. Zijn overwinning zorgde voor grote vreugde bij bondscoach Gerben de Knegt, die de titel van de jonge knaap 'zijn trotste moment van het WK' noemde.
Niemand wilde hem
Maar het ging niet altijd even vlot bij Del Grosso. De Knegt moest dienst doen als tussenpersoon om de wereldkampioen binnen te krijgen bij een profclub. "Niemand wilde hem hebben, ook Jumbo-Visma niet. Blijkbaar stond hij bekend als moeilijke jongen, maar dat is hij helemaal niet", legt de Nederlandse keuzeheer uit bij In de Leiderstrui.
"Na het WK van 2023 wilde Alpecin-Deceuninck hem uiteindelijk contracteren, maar ook daarvoor moest ik nog praten als brugman", weet De Knegt nog te vertellen. Del Grosso werd toen tweede na Thibau Nys bij de beloften.
De jonge Nederlander is alvast tevreden met zijn contract bij Alpecin-Deceuninck. "Ik hoop me te blijven ontwikkelen, zowel in de cross als op de weg. Ik zie wel waar ik uitkom, ik zit op een goede plek om me te ontwikkelen. Waar mijn hart ligt? Bij beiden."