Het werd een seizoen ‘Gran Cru’ voor Mathieu van der Poel. Dat met winst in twee monumenten met Milaan-Sanremo en Parijs-Roubaix, om zich nadien in augustus ook nog eens tot wereldkampioen te kronen. En toch is er ook tegenover hem het nodige hoongelach.
Al slaat dan dan voornamelijk op zijn mountainbike-carrière. Door het voorval op de Olympische Spelen in Tokio (het bewuste plankje, nvdr), merkt Gerben de Knegt dat er een negatieve perceptie heerst over zijn poulain.”Er zijn veel mensen die zijn mountainbike-wedstrijden van de afgelopen jaren niet op waarde kunnen schatten”, steekt de Nederlands bondscoach van wal bij In de Leiderstrui.
“Hij heeft Wereldbeker-wedstrijden gewonnen, is Europees kampioen geweest, heeft WK-medailles behaald en heeft dus echt wel ervaring op de mountainbike. Ik moet ook niet alles lezen, maar ik lees ook wel eens domme reacties dat hij moet stoppen of zo. Maar ja, als die jongen dat toch leuk vindt…”, zet hij de criticasters op hun plaats.
MINACHTING
Dat er zo negatief wordt gekeken naar de mountainbike-ervaringen van Van der Poel heeft volgens De Knegt ook te maken met het feit dat de sport wordt onderschat. “Mondiaal mountainbiken is ook wel echt een heel hoog niveau. Ik durf wel te zeggen dat mountainbiken onderschat is, maar wegwielrennen zeker ook overschat”, draait hij de rollen ook om.
“Als je een goede mountainbiker bent, kun je ook op de weg negen van de tien keer je mannetje staan. Daarom zijn ze ook gewild.”