Het was intussen eventjes geleden dat ik nog eens een familieaangelegenheid geskipt had voor de koers. Het was een moeilijke afweging: een gezellige namiddag in het zonnetje, Duveltje(s) erbij, en de koers rustig op de achtergrond aan de ene kant. En aan de andere kant: alleen binnen in de zetel, de hele dag aan de tv gekluisterd, en oké, ook iets gedronken. In alle eerlijkheid, ik heb me de keuze geen seconde beklaagd. Bij deze mijn excuses aan mijn schoonouders, maar WAT EEN KOERS!
WAT EEN EMOTIES. Bij Yves Lampaert bijvoorbeeld. Hij was op weg naar het podium, en dat na een klotevoorjaar, na drie weken extra weg van huis door corona bij Astrid. Het zou, met een jaar vertraging, een schitterende climax zijn voor ‘De weg naar Roubaix’. Maar een onvoorzichtige toeschouwer klapte Lampaert en z’n podiumplek tegen de kasseien. “Een kalf. Blift thus as ge niks van koers kent”, liet Lampaert zich na de koers ontvallen. Een paar uur later nam hij het woord ‘kalf’ half terug op Twitter. Niet nodig, Yves, er zijn op dat moment in vele Vlaamse huiskamers harde woorden naar de tv geslingerd. Alleen de uitspraak en het vloekwoord varieerden, afhankelijk van provincie en regio. Meteen na de koers verscheen er toch snel een brede glimlach op het gelaat van Yves Lampaert, hij zag z’n gezinnetje eindelijk terug. Zoontje Aloïs op z’n schoot op de wielerbaan maakte meteen veel goed.
WAT EEN CORONA-COMEBACK. Van Wout van Aert. Hij was de voorbije dagen en weken gespreksonderwep nummer 1 in de koers, zónder te koersen. Iedereen had wel een mening over of hij wel moest/mocht/kon koersen. En toen hij uiteindelijk groen licht kreeg van de medische staf, had iedereen opnieuw een mening, maar nu over z’n rol van kopman/helper/vrije pion. Als hij niet zo’n sterke kop had, zou hij er ongetwijfeld gek van geworden zijn. Maar de sterke kop én de sterke benen vochten zich naar een schitterende tweede plek, op welke fiets hij ook zat. In tegenstelling tot de diep ontgoochelde Lampaert, was Van Aert nadien opgelucht, een beetje aangedaan misschien zelfs. Roubaix heeft dan ook al een stevige stempel op z’n nog jonge (wieler)leven gedrukt. Ook bij Wout van Aert een brede glimlach bij het zien van z’n gezin. Al wilde zoontje Georges liever ván de schoot, om die legendarische piste eens even zélf te gaan verkennen. Ook vertederend. Wout en Yves vergaten meteen lekke banden, roekeloze supporters en hun corona-verstoorde voorjaar.
WAT EEN SPORTIEVE PRESTATIES. Van de heren hierboven. Van Tom Devriendt, strijdend, nooit af- of opgevend naar de wielerdag van z’n leven en naar alweer een topresultaat voor Intermarché-Wanty-Gobert. Van Matej Mohoric, drie longen vandaag, en niet alleen vandaag. Koersend zonder vrees, ook niet alleen vandaag. Je moet van enorm goeden huize zijn om je uit de Sloveense schaduw van Pogacar en Roglic te fietsen. Van alle renners met hun eigen straffe verhaal, die van deze Roubaix een legendarische editie gemaakt hebben.
And last, but certainly not least: WAT EEN VOORJAAR VOOR DE INEOS GRENADIERS. In de Encyclopædia Britannica, dé Engelstalige encyclopedie, wordt een ‘grenadier’ als volgt omschreven: “Soldier particularly selected and trained to hurl grenades. … Exceptional strength and courage were needed. … Armed with heavy hatchets for chopping through barricades and other obstructions, they were employed particularly in siege and trench warfare.” Uitzonderlijk sterke en dappere strijders dus, die met bijlen en granaten vochten bij belegeringen en in de loopgraven. Exact wat ze ook tijdens Parijs-Roubaix deden. Onversaagd trokken ze in de aanval. Met de hele ploeg. En wanneer ze hun kameraden zagen sneuvelen, bleven ze doorgaan. Uitzonderlijk sterk en dapper. Het monotone, saaie treintje bergop is momenteel vér weg. En toen de overwinnaar al met z’n kassei op het podium stond, reden z’n laatste kameraden de wielerbaan op. Dylan van Baarle was zichtbaar gelukkig dat ze zo tóch mee konden genieten van de zege. Hij groette ze glunderend, zette zich even serieus voor het Wilhelmus, maar vergat het volkslied halverwege weer, om het moment opnieuw met z’n ploegmaats te delen.
WAT EEN KOERS. Sorry, schoonouders. Na Luik zullen zondagen weer zondagen zijn. Toch zeker voor even.
En die laatste aflevering van “De weg naar Roubaix”, die wordt hoe dan ook schitterend.