Remco Evenepoel domineert op dit moment de Ronde van Spanje, maar het gaat niet alle Belgische renners voor de wind. Floris de Tier (Alpecin-Deceuninck) staat na negen etappes in de Vuelta op de laatste plaats en moet elke rit komaf maken met helse pijnen door een zware zitvlakblessure.
De 30-jarige de Tier staat 163 plaatsen achter Evenepoel in het algemene klassement en finishte elke etappe als laatste, of bij de laatsten van het peloton. Gisteren kwam hij in de negende rit een halfuur na de Zuid-Afrikaanse winnaar Louis Meintjes over de streep. Een lelijke zitvlakblessure zorgt ervoor dat de Alpecin-renner elke keer op zijn tanden moet bijten om de etappes van de dag tot een goed einde te brengen.
"Heel mijn gat lig open. En het wordt elke dag erger. Ik kan niet op mijn zadel zitten", klonk het gisteren duidelijk na de negende rit. De Tier sukkelt met zadelpijn, een derde bal zoals ze in het peloton al eens durven zeggen. "Dinsdag is het begonnen en nadien werd het elke dag slechter door de regen. De dokter was zelfs geschrokken van hoeveel de zwelling vanochtend nog was toegenomen. Hij vroeg letterlijk: “Ga jij daar echt nog mee starten? Maar ik wilde niet zomaar opgeven in de Vuelta.”
BELGISCHE MALAISE
De Tier is niet de enige Belg bij wie de Vuelta niet van een leien dakje loopt. Ook Tim Merlier, Gerben Thijssen en Henri Vandenabeele eindigden bijna elke etappe bij de laatsten van het peloton. Zowel Thijssen als Vandenabeele maakte ondertussen al een einde aan hun Ronde van Spanje. Vandenabeele raakte besmet met Covid-19 drie weken voor de start van de Vuelta en kon zich niet goed voorbereiden, Thijssen liep een verstuikte enkel op vorige week zaterdag en kon niet meer verder rijden.