Hun relatie werd de voorbije jaren al veelvuldig besproken, maar bij de personen in kwestie klonk het altijd alsof er geen vuiltje aan de lucht was tussen Lotte Kopecky en Demi Vollering. Nu ze straks geen ploeggenoten meer zijn komt daar toch wat verandering in.
Natrappen overbodig
Vollering trekt straks immers naar FDJ-Suez, en zal ze dus nu een rechtstreekse concurrente worden van Kopecky. De Nederlandse wist onlangs al meteen voor spanning te zorgen in dit nieuwe gegeven. Dat door openlijk uit de doeken te doen dat de relatie met onze landgenote het afgelopen jaar flink verzuurd was.
Kopecky reageerde daar al op door te stellen dat Vollering ‘wel iets meer respect zou mogen tonen’. Ook nu hamert ze daar op in een interview met Het Nieuwsblad. “Ik vind het jammer dat er wordt nagetrapt”, opent ze daar haar betoog.
“Demi is een fantastisch goede renster die door haar eigen kunnen, maar niet te vergeten ook door deze ploeg, is geworden wie ze vandaag is. Ik snap dat ze de enige leider in een ploeg wil zijn, maar ik vind dat ze daar iets meer respect voor mag hebben.”
Moeilijke relatie
Maar Kopecky beaamt wel dat de relatie het afgelopen jaar moeilijker was geworden. Van een vriendschapsband kon je niet spreken, maakt ze duidelijk. “Ik weet het niet. Ik heb altijd een goede verstandhouding gehad met Demi, zelfs na het incident in de Strade Bianche.
“Het is pas het laatste jaar, toen bekend geraakte dat ze zou vertrekken, dat het stroever liep. Maar we hadden ook een heel ander programma. Dus ik vind het een beetje gek.”
Vollering stelde ook dat Kopecky graag op zichzelf is, maar toonde daarvoor tevens begrip wegens de grote druk vanuit België. “Ik bén iemand die redelijk op zichzelf is. Mijn ploegmaten weten dat. Maar dat wil niet zeggen dat ik geen teamplayer ben. Dat ben ik wel”, wil die toch één en ander duidelijk maken.
Bovendien nuanceert Kopecky die druk: “Er wordt veel van mij verwacht. Is dat onterecht? Neen. Maar is het makkelijk om daarmee om te gaan? Ook niet altijd. Het is aan mijzelf om er rustig bij te blijven. En te aanvaarden dat niet elke verwachting zal ingelost worden.”