Ruben Van Gucht en Ine Beyen maakten na Luik-Bastenaken-Luik de balans op van het voorjaar bij de vrouwen. Ze kwamen beide tot de vaststelling dat één renster er bovenuit stak.
Met zes verschillende winnaressen in de grote klassiekers was het voorjaar van 2024 één van de meest onvoorspelbare van de afgelopen jaren. "Enerzijds staken Marianne Vos en Elisa Longo Borghini hun neus weer aan het venster, anderzijds leerden we ook veel nieuwe rensters kennen. Het was een spannend en afwisselend voorjaar", aldus Beyen bij Sporza.
Dé verrassing
Maar Van Gucht en Beyen zijn unaniem over dé verrassing van het seizoen. "Voor mij heeft Shirin van Anrooij het meeste verrast, ook al heeft ze geen zege gepakt. Ze was wel altijd op de voorposten. Ze speelde constant mee", stak Beyen van wal.
"In het algemeen is het wel jammer dat jonge rensters zoals zij nog niet konden doorbreken met een zege. Daar gingen de meer ervaren rotten zoals Longo Borghini, Kopecky en Vos mee aan de haal", pikte Van Gucht in.
Dé comeback
Maar ook Marianne Vos deed het bijzonder goed. "Het is haar ook heel hard gegund. Ze heeft de voorbije tijd veel tegenslagen gekend. Dat ze het op haar typische, sluwe manier altijd kan afmaken, is fantastisch", vertelde Beyen nog.
"In tegenstelling tot vorig jaar had ik dit niet durven te voorspellen. Ik denk dat ze vooral zelf heeft uitgemaakt wat haar doelen waren. En daarin heeft ze zichzelf niet onder- of overschat."