De 109de Tour de France zal niet snel vergeten worden. De voorbije drie weken kreeg de wielerwereld één van de meest attractieve Rondes van Frankrijk van de voorbij jaren te zien. Maar nu alle prijzen netjes zijn verdeeld, is het ook al tijd om vooruit te blikken op de volgende editie.
Bij de meeste bookmakers kan nu al gepronostikeerd worden op de Tour 2023. Titelverdediger Jonas Vingegaard geldt daarbij als de grote favoriet. Maar volgens oud-winnaar Bradley Wiggins is die rol eerder weggelegd voor runner-up Tadej Pogacar. "Die jongen is speciaal. Dat heeft hij wel bewezen de afgelopen jaren", vertelt Wiggins bij Eurosport. "Als je te maken krijgt met verlies en er dan mee om kan gaan zoals hij dat doet ... Met een lach op het gezicht en de sportiviteit die er vanaf straalt. Onder dat alles brandt er een vuur in hem en denkt hij al aan volgend jaar."
Pogacar leek in de voorbije Tour al op weg naar zijn derde opeenvolgende eindzege. Maar een inzinking op de bevreesde Col du Granon vormde uiteindelijk de basis voor zijn 'nederlaag'. Volgens Wiggins gaat hij daardoor echter alleen maar beter worden. "Hij leert hier van. Nu weet hij wat het is om te verliezen. Daar kom je als renner sterker van terug. Ik verwacht dat hij in de komende jaren een renner is waar we rekening mee moeten houden."
EGAN EN REMCO
Maar uiteraard kan er op een jaar veel gebeuren. Bovendien komen er mogelijk nog enkele gevaarlijke concurrenten bij. In de eerste plaats wordt daarvoor gekeken naar Egan Bernal. Als de Colombiaan na zijn zware valpartij eindelijk weer de beste benen kan vinden, zullen Pogacar en Vingegaard zeker in het hooggebergte hun handen vol hebben met hem. Bovendien kan Bernal rekenen op de steun van Ineos Grenadiers, niet voor niets de winnaar van het ploegenklassement van de voorbije Tour. En wat als Remco Evenepoel straks in de Vuelta dusdanig indruk maakt dat hij volgend jaar tóch de Ronde van Frankrijk rijdt? Nogmaals: op een jaar kan veel gebeuren. Maar dat Pogacar in 2023 gebrand zal zijn op revanche, staat nu al vast.
