Gianni Vermeersch kijkt met gemengde gevoelens uit naar de Strade Bianche. De Belg van Alpecin-Deceuninck betreurt dat het parcours de afgelopen jaren zwaarder is geworden, waardoor klassieke renners minder kansen hebben. "Het was een van mijn favoriete koersen, maar nu neigt de volledige top tien meer naar klimmers toe," zegt hij.
Waar de Strade Bianche vroeger een duel was tussen de beste ronderenners en de beste klassiekerspecialisten, ligt dat volgens Vermeersch sinds de wijziging van vorig jaar anders. De organisatie voegde een extra lus toe met de Colle delle Pinzuto en Le Tolfe, waardoor de wedstrijd langer en vooral lastiger werd. "Vroeger was het echt 50-50 tussen klimmers en klassieke renners. Nu is het veel moeilijker geworden om als klassieke renner nog een prijs te rijden," aldus Vermeersch.
"Monte Sante Marie ligt nu te vroeg"
De Strade Bianche telt dit jaar zestien grindstroken, met in totaal 81,7 kilometer onverharde wegen. De zwaarte zit hem vooral in de laatste 30 kilometer, waarin er bijna 400 extra hoogtemeters moeten worden overwonnen. "Die extra lus heeft de koers echt veranderd," stelt Vermeersch.
"Monte Sante Marie komt nu op 80 kilometer van de streep, en daar brak Pogacar vorig jaar de wedstrijd al open. Dat maakt het een heel andere koers."
Hoewel Vermeersch begrip heeft voor het idee om de koers langer te maken, had hij liever een andere oplossing gezien. "De laatste 50 kilometer waren altijd mooi en spannend. Als ze de wedstrijd wilden verlengen, hadden ze beter een extra lus in de aanloop toegevoegd. Nu snijdt de organisatie zichzelf in de vingers."
Geen Van der Poel, minder ambitie
Vermeersch start zaterdag nog steeds in Siena, maar met minder ambitie dan in eerdere edities. "Vroeger was dit een koers waar ik mee wilde doen voor het podium. Dat is nu veranderd," zegt hij.
Zijn beste prestatie in Strade Bianche kwam in 2021, toen hij lange tijd in een achtervolgend groepje zat op zeven seconden van de koplopers. Een valpartij gooide toen roet in het eten.
Wat blijft, is het voordeel dat crossers hebben in deze koers. "Je leert een bepaalde techniek en positionering die in Strade Bianche goed van pas komt. Het gevecht naar een strook is op leven en dood, en als je iets later durft te remmen, is dat een voordeel," besluit Vermeersch.