Na enkele magere jaren in het klassieke voorjaar – of toch al zeker de kasseiklassiekers – hopen ze bij Soudal Quick-Step dit jaar opnieuw eens echt uit te pakken. Al lijkt dat op papier zeker geen garantie. Met Julian Alaphilippe en Kasper Asgreen vertrokken de twee grootste namen, het succes zal dus van elders moeten komen.
Geen uithangbord meer
Desondanks hoopt Jurgen Foré, de nieuwe CEO van de ploeg, toch te kunnen scoren. The Wolfpack beschikt wel over enkele jonge talenten. "We hebben onze kern vorig jaar toch wat versterkt in de breedte. Van Gestel is erbij gekomen en Paul Magnier, Gil Gelders en Warre Vangheluwe zijn mannen voor de toekomst”, klinkt het bij VTM.
Voornamelijk Magnier wordt een grote toekomst voorspeld, maar Foré wil de Fransman nog niet met te veel druk opzadelen. “Daar moeten we nog wat geduld mee hebben en ik steek ook niet weg dat we misschien nog een sluitstuk missen voor het klassieke werk. Daar zijn we nu volop naar aan het kijken en we hopen ons team voor volgend jaar zo nog sterker te maken”, mikt Foré dus nu al op een toptransfer.
Al kan er met Magnier plots dus wel eens een topper opstaan. "Hij is nog heel jong en het is nog te vroeg om hem al volledig in die leidersrol te duwen. In een aantal koersen, zoals de Omloop, zou hij wel kunnen verrassen. Maar hij moet dit voorjaar vooral veel leren."
Realiteitsbesef aanwezig
Het zou alvast een verademing zijn voor de ploeg mochten ze nog eens kunnen meestrijden in de grootste klassiekers. Het verval tegenover enkele jaren geleden was wel heel groot. "Dat is wel pijnlijk, maar de wereld staat niet stil. Succes wordt gekopieerd, dus de collega's hebben goed gekeken”, bekijkt Patrick Lefevere het.
Hij beseft dat de grootste kanonnen niet meer in het blauw van Quick-Step rijden. “Anders dan vroeger moeten we het nu vooral hebben van ons collectief. Maar als mannen als Van der Poel, Van Aert en Pogacar op 80 kilometer van de meet beginnen te koersen dan is het moeilijk om je tactiek te handhaven."