Een steeds groter wordend fenomeen is de Sporza Wielermanager. Wil jij de beste zijn van jouw familie, vrienden of collega’s? Dan hebben wij 16 tips voor je!
Ieder jaar bezorgt het weer hoofdbrekens: de Sporza Wielermanager voor de Tour de France. Met de EK-manager erbij heb je zelfs nog extra zaken aan het hoofd. Dus zijn wij er om je te helpen bij het selecteren van – en dat gaat dit jaar al niet makkelijk meer – zo goedkoop mogelijke renners, die weinig anderen hebben!
Duurkoop of goedkoop?
Inderdaad, de prijzen van de ‘mindere renners’ in het peloton zijn drastisch gestegen. De goedkoopste lichting coureurs is nu 2 miljoen waard. Nu heb je 100 miljoen om aan 16 renners te spenderen, dus kun je nogal wat slimmigheden toepassen.
Zo is het wijs om niet alleen te gaan voor renners die zelf iets gaan presteren. Heb jij een ploeggenoot van de ritwinnaar geselecteerd, levert dat je ook punten op. Of is een renner polyvalent en kan hij in meerdere soorten etappes voor de prijzen meestrijden? Dan is het dat allemaal waard.
Wij rangschikken de renners van een hogere naar een lagere marktwaarde. Mis geen enkele tip!
Simon Yates
Deze absolute toprenner valt in de klasse van 7 miljoen. Ter vergelijking: voor hetzelfde geld kun je ook David Gaudu, Fabio Jakobsen of Enric Mas halen. Oftewel renners waarvan je weet dat je er veel geld voor neerlegt, met quasi nul rendement.
Simon werd vorig jaar vierde in de Tour en werd twee keer tweede in een etappe en reed voor de rest ook nog naar vijf toptiennoteringen. Het leverde hem ook de zesde plaats in het bergklassement en de tiende in de strijd om de groene trui op.
Dit is de laatste keer dat deze telg van de tweelingbroers voor eigen succes mag rijden; volgend jaar trekt hij naar Team Visma | Lease A Bike. Of Simon Yates nu als rittenkaper of klassementsman van start gaat: je kunt ervan uitgaan dat hij levert.
Derek Gee
In de categorie 5 miljoen bieden wij Derek Gee. De Canadees kende vorig jaar zijn doorbraak in de Giro d’Italia, door drie weken lang op zoek te zijn naar ritwinst belandde hij heel vaak in een goede uitgangspositie.
In het Critérium du Dauphiné liet Gee na zijn eerste hoogtestage ooit zien ook een goed klassement te kunnen rijden, want hij werd derde. Bij Israel-Premier Tech hebben ze bovendien geen onbetwiste kopman, dus is hij de gok meer dan waard.
Kévin Vauquelin
Deze jongen is al iets meer een risico dan de twee eerder genoemde coureurs. Als deze 23-jarige Fransman niet geblesseerd is, levert hij vrijwel altijd. Dit jaar staan er al toptienklasseringen in de Ster van Bessèges, Tirreno-Adriatico, Ronde van het Baskenland en Waalse Pijl (tweede) op zijn erelijst.
Vauquelin werd bovendien tweede op het Frans kampioenschap tijdrijden. We hebben de indruk dat hij drie weken lang alles gaat geven om zo hoog mogelijk in het klassement te eindigen en à la Haimar Zubeldia zomaar eens elfde of twaalfde zou kunnen worden.
Mannen van 4 miljoen, daar moet je het mee doen!
Dan door naar de categorie met renners die vier miljoen waard zijn. Daaronder prijken voor ons vijf namen die de moeite waard zijn: Alberto Bettiol start de Tour in de Italiaanse tricolore in zijn eigen achtertuin (hij woont op 50 kilometer van Firenze) en vindt een aantal ritten naar zijn goesting.
Oier Lazkano kent opnieuw een topjaar, eindigde onlangs negende in het Critérium du Dauphiné en is een alleskunner: klimmen, sprinten, gravelrijden, tijdrijden ligt hem allemaal en dus is dit een Tour naar zijn kunnen.
Dan even naar Uno-X Mobility. Daar staan twee namen op de startlijst die om verschillende redenen mooi zijn om mee te pakken. Magnus Cort behoeft geen uitleg, want is heel rap en kan klimmen en Tobias Halland Johannessen doet mee voor het jongerenklassement, valt graag aan en is explosief – dus ook heel erg in trek voor de bolletjestrui.
Als laatste in deze klasse kijken we graag naar een landgenoot. Als we dan toch chauvinistisch mogen zijn, is Steff Cras iemand die het vertrouwen mag genieten. Een steenharde coureur, die alle vrijheid krijgt om voor een klassement te gaan en vorig jaar nog elfde werd in de Vuelta a España. Ook hij is een stiekeme puntenpakker, met name aan het einde van de ronde.
Wie van de drie?
Dan hebben we nog twee categorieën te gaan, te beginnen met renners die drie miljoen waard zijn. En hier komen we in de klasse waar je enorm slim kunt zijn. We nemen twee gokjes, dat delen we maar meteen: Javier Romo is één van de ontdekkingen bergop dit seizoen bij Movistar Team. In hoeverre hij tijdens zijn Tour-debuut een vrijgeleide krijgt, is nog maar de vraag…
Dan naar dat andere risicootje: Mathieu Burgaudeau. Waarom? Eigenlijk heeft hij buiten een tweede plaats in het bergklassement van Parijs-Nice dit jaar nog niet bijster veel getoond. Echter is hij in alles de reïncarnatie van Thomas Voeckler: toegegeven, wel een mindere versie voorlopig, maar de grinta, aanvalslust en het doorzettingsvermogen spat van het scherm af.
Dan naar de zekerheden in het leven: Søren Wærenskjold is een compleet renner, toonde hij al in de Baloise Belgium Tour. Sprinter, goede tijdrijder en klassiek renner, dus ongetwijfeld goed voor twee of drie keer top tien.
Waar je het verschil maakt? Bij ‘ploegmaats van’. In deze schaal is dat bij Søren Kragh Andersen het geval als je denkt aan Jasper Philipsen, Mathieu van der Poel en Alpecin-Deceuninck. In dezelfde categorie valt overigens ook een andere ploeggenoot, Jonas Rickaert. Kragh Andersen kan echter nog beter uit de voeten in overgangsritten.
Plus zit er nog een renner verstopt waar je ook niet meteen aan denkt: Nils Politt is een knecht van de allerbeste coureur ter wereld, die zijn zinnen heeft gezet op huishouden in de Tour de France, zijn naam – misschien heb je hem weleens horen passeren – is Tadej Pogacar.
Geen idee? Neem er een van twee
Dan als laatste, de habbekratsjes. Enkel zijn de prijzen wel significant gestegen. Inflatie, zeker? We hebben er allemaal last van… In deze klasse hebben wij nog drie kleine tips. De eerste is Robbe Ghys. Hij valt in de categorie Kragh Andersen-Rickaert: ploegmaat van Philipsen en Van der Poel.
Dan tot slot twee op zichzelf staande namen. Johannes Kulset staat bij Uno-X voor zijn Tour-debuut en zal zich ongetwijfeld willen tonen. De jonge Noor is een meer dan talentvol klimmer en zal de aanval niet schuwen; hij krijgt immers als debutant toch geen verwachtingen opgespeld.
’Last but not least’: Jordan Jegat. In eerste instantie omdat hij geluk heeft dat hij geen Jeucan als voornaam heeft, daarnaast vanwege een indrukwekkend constant jaar. Jegat kan een klimmetje over en is heel snel, dus verwachten wij dat hij de eerste dagen om het bergklassement mee wil doen en zo her en der ook zijn punten voor de groene trui zal kunnen sprokkelen. Aan het eind weegt dat toch mee.
Neem je een van deze 16 tips ter harte, maar weet je uiteindelijk toch niet van jouw familie, vrienden of collega’s te winnen? Dan nemen wij onze verantwoordelijkheid niet en heb je het toch echt aan jezelf te danken!
Vive le Tour, veel succes met het samenstellen van jouw ploeg!