Wout van Aert vierde zondag andermaal zijn comeback op het Belgisch kampioenschap. Uiteraard kwam hij ook in De Ronde van Noorwegen al eens aan de start, maar toen lag er duidelijk toch nog veel werk voor de boeg.
Last van de rug
Werk dat intussen geleverd is, en ook zijn gevolgen heeft nagelaten. Op een positieve manier. Ondertussen heb ik ook nog wat kunnen werken aan de conditie, die is ondertussen een stuk beter. Ik kan onbeperkt trainen”, klonk het bij Van Aert afgelopen zondag.
Echter had die toch nog verontrustend nieuws te melden. “Maar ik heb af en toe nog last van mijn rug: dat is iets dat heel lang sluimert”, was immers de toch best zorgelijke boodschap.
“Ik ben elke dag bezig om die spanning weer van die spieren af te krijgen. In dat opzicht is dat natuurlijk heel vervelend. Anderzijds hoef ik niet te klagen, want ik kan trainen en stappen voorwaarts zetten.”
Rol nog afwachten
En dan dé hamvraag: welke rol zal hij straks vervullen in de Tour? Eentje als vrijbuiter, of toch vooral als hulp voor Jonas Vingegaard? “Ik heb op een bepaald moment aangeven dat ik er sowieso zelf bij wil zijn, maakt niet uit in welke rol. Als ik me goed voel en er doen zich kansen voor of ik krijgen kansen van de ploeg, dan ga ik die natuurlijk ook grijpen”, bleef hij voorlopig op de oppervlakte.
Maar zelf denkt Van Aert er klaar voor te zijn, al heeft hij zich zeker al in een betere conditie begeven. “De benen voelden goed aan. En zoals ik zelf al had aangegeven, is dit nog niet mijn topniveau. Het is geruststellend om terug bij de beteren te horen.”